Sluit de stekker van de
voeding (1) aan op de
aansluiting (2) van de printplaat
van het dockingstation.
De stekker kan indien nodig eraf
worden geschroefd
(bijvoorbeeld wanneer de
voedingskabel door een gat in de
muur wordt geleid).
Let bij het bevestigen van de
stekker aan de voedingskabel op
de juiste polariteit. (
Geleid de voedingskabel zoals afgebeeld
door de trekontlasting (1), door de
kabelgoot (2) en verder naar de voeding.
● Installeer de netvoeding buiten het
maaivlak, beschermd tegen direct
zonlicht en vocht – bevestig deze zo
nodig aan een muur.
● Leg alle voedingskabels buiten het
maaivlak, met name ook buiten het
bereik van het maaimes en zet deze
vast aan de bodem of berg deze op in
een kabelgoot.
● Rol de voedingskabel in de buurt van
het dockingstation uit om storingen van
het draadsignaal te vermijden.
250
De voeding werkt alleen bij een
bedrijfstemperatuur die tussen
0 °C en 60 °C ligt.
15.8)
Bevestig het deksel (1) aan het
dockingstation en laat het
vastklikken – voorkom dat er
kabels gekneld raken. Sluit
daarna de voedingsstekker aan.
Op het dockingstation knippert de
rode led snel, zo lang als er geen
begrenzingsdraad aangesloten is.
(
● Druk na het afronden van de
werkzaamheden op de OK-toets
op het scherm.
12.1)
Als er een extern dockingstation
geïnstalleerd is, adviseert VIKING
om na de eerste installatie
minstens één startpunt buiten de
doorgang naar het dockingstation
vast te leggen. De startfrequentie
moet zo worden gedefinieerd dat 0
van 10 maaibeurten (0/10) bij het
dockingstation (startpunt 0) worden
gestart. (
10.15)
Til de robotmaaier aan de handgreep (1)
iets op om de aandrijfwielen te ontlasten.
Schuif het apparaat op de voorwielen in
het dockingstation.
Druk daarna op de OK-toets op het
display.
0478 131 9934 A - NL