GEVAAR voor verwondin-
gen door verbranden
Heet vet en hete olie leiden tot
ernstige brandwonden. De tem-
peratuur is veel hoger dan die
van kokend water.
Als er water in heet vet of hete
olie druppelt, leidt dit tot gloei-
end hete spatten.
Vermijd ieder contact met het
hete vet/de hete olie of spatten.
Beweeg of transporteer de frituurpan in
geen geval met heet vet/hete olie.
Laat nooit water in het hete vet/de hete
olie druppelen.
Frituurmanden en frituurproducten moe-
ten droog zijn, wanneer deze aan het
hete vet/de hete olie toegevoegd wor-
den. Verwijder met name ijs en dooiwa-
ter van diepgevroren etenswaren.
Bedien de frituurpan uitsluitend met dro-
ge handen.
Dompel de frituurmanden, de grepen en
het deksel voor gebruik niet onder in
water of andere vloeistoffen.
Zorg ervoor dat alle delen van de fri-
tuurpan absoluut droog zijn, voordat u
ze in gebruik neemt. Ook kleine water-
resten kunnen gloeiend hete spatten ver-
oorzaken als ze met het hete vet/de
hete olie in aanraking komen.
Houd het deksel tijdens het opwarmen
en het frituren gesloten.
Tijdens het frituren ontsnapt er hete
stoom uit de vetfilter. Vermijd contact
met deze stoom.
Raak de hete delen van het apparaat
niet aan, bijv. het kijkvenster, de ope-
ningen in het deksel, de metalen behui-
zing van de frituurpan. Pak de
frituurmanden alleen aan de grepen
vast.
Laat de frituurpan na het frituren ten
minste 1 tot 2 uur afkoelen, voordat u
de binnenpan leegmaakt en het appa-
raat reinigt.
GEVAAR door uitglijden
Vermijd spatten van olie of vet op de
vloer. Er bestaat uitglijgevaar!
GEVAAR voor een elektri-
sche schok door vocht
Bescherm het apparaat tegen vocht,
druppel- of spatwater.
Gebruik het apparaat niet buitenshuis
en niet in de buurt van met water gevul-
de reservoirs, bijv. een wasbak.
Mocht het apparaat toch ooit in het wa-
ter vallen, trek dan onmiddellijk de stek-
ker uit het stopcontact en haal het
apparaat daarna pas uit het water. Ge-
bruik het apparaat in dat geval niet
meer, maar laat het door een gespecia-
liseerd bedrijf controleren.
GEVAAR voor een
elektrische schok
Neem het apparaat niet in gebruik wan-
neer het apparaat of het aansluitsnoer
zichtbaar beschadigd is of wanneer het
apparaat voorheen is gevallen.
Verlengkabels moeten voor minstens
10 ampère geschikt zijn.
Plaats het aansluitsnoer en eventueel de
verlengkabel dusdanig dat niemand erop
kan trappen, erin kan blijven hangen of er
over kan struikelen.
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
te controleren of de in-/uitschakelknop
op O staat.
Stop de stekker alleen in een correct ge-
ïnstalleerd, goed toegankelijk stopcon-
tact met aardingscontacten, waarvan
de spanning met de gegevens op het ty-
peplaatje overeenkomt. Het stopcontact
moet ook na het aansluiten goed toe-
gankelijk blijven.
Let erop dat het aansluitsnoer niet door
scherpe randen of hete plaatsen kan
worden beschadigd. Wikkel het aan-
sluitsnoer niet rond het apparaat. Ge-
67
NL