• Werk uitsluitend op een vaste en stabiele
ondergrond!
• Draag het apparaat altijd aan de schou-
derband of aan de steel.
Werken met spoe
• Houd het apparaat op kleine gazons in
een hoek van ca. 30° en draai het gelijk-
matig naar links en naar rechts in halve
cirkelvormige bewegingen.
• De beste resultaten kunnen worden be-
haald met een maximum graslengte van
15 cm. Als het gras hoger is, adviseren
wij in meerdere cyclussen te maaien.
• Gras rondom bomen, afscheidingspalen
of andere hindernissen maait u lang-
zaam met de uiterste uiteinden van het
maaikoord.
• Voorkom contact met vaste voorwerpen
of hindernissen (stenen, muren, latten
enz.). Het koord zal anders zeer snel
afslijten. Gebruik de rand van de be-
schermkap om het apparaat op de juiste
afstand te houden.
Opgelet! De snoeikop tijdens de
werking niet op de grond leggen!
Koord verlengen
Uw apparaat is uitgerust met een automa-
tische tipwerking voor het dubbele maai-
koord. Dat betekent dat de beide koorden
worden verlengd als u met de maaikop de
bodem aantikt.
1. Houd het werkende apparaat boven
een gebied met gras en tip met de
maaikop een paar maal enigszins op
de bodem. Op deze manier wordt het
koord verlengd.
2. Het mes dat in de beschermkap is
aangebracht, snijdt het koord op de
gewenste lengte.
Als de koorden niet kunnen worden
verlengd:
•
Schakel het apparaat uit.
•
Druk het spoelinzetstuk tot aan de
aanslagin en trek krachtig aan de uit-
einden van het koord.
Als de uiteinden van de koorden niet
zichtbaar zijn:
•
Vervang de spoel (zie hoofdstuk 'De
spoel vervangen').
Let op! Koordresten kunnen wor-
den weggeslingerd, dit kan letsel
tot gevolg hebben.
Werken met het metalen
maaimes
Draag bij werkzaamheden altijd
de schouderband en geschikte
veiligheidskleding. Draag oog-,
gehoor- en hoofdbeschermin.Let
op dat het maaimes correct is ge-
monteerd. Vervang beschadigde
of stompe messen meteen.
Dit kan letsel veroorzaken.
Werk met het maaimes alleen op
vrij, vlak terrein. Inspecteer het te
maaien terrein zorgvuldig en ver-
wijder alle obstakels. Voorkom dat
het maaimes in aanraking komt met
steen, metaal of andere obstakels.
Het metalen snoeiblad zou bescha-
digd kunnen worden en er bestaat
gevaar voor een terugslag.
•
Houd het maaimes bij werkzaamheden
boven de grond en beweeg het ap-
paraat in gelijkmatige bewegingen als
een zeis heen en weer.
•
Houd de maaikop niet schuin.
•
Gebruik het apparaat niet voor het
maaien van wildgroei, struikgewas of
kreupelhout.
NL
61