als standaardgateway het IP-adres van uw router thuis
(DSL-router) in.
IP-adres
Een binair 32-bitsnummer waarmee elke computer die
verbonden is met internet eenduidig wordt geïdenti-
ficeerd.
LAN – Local Area Network (lokaal netwerk)
Een systeem waarbij computergebruikers binnen een
onderneming of een organisatie met elkaar en vaak
ook met centraal op LAN-servers opgeslagen gege-
vensbestanden zijn verbonden.
MAC-adres
Het MAC-adres (Media-Access-Control-adres) is het
hardwareadres van elke afzonderlijke netwerkadapter
die dient voor de eenduidige identificatie van het ap-
paraat in het computernetwerk.
Passphrase Key
De netwerksleutel die dient voor de authenticatie bij
een netwerk met WEP/WPA2-encryptie.
SSID
Met het toewijzen van verschillende netwerknamen
kunnen ook verschillende draadloze LAN's op dezelf-
de locatie actief zijn. De SSID wordt ingesteld op het
basisstation. Om meerdere basisstations met een net-
werk te verbinden, stelt u dezelfde SSID in; deze wordt
dan aangeduid als ESSID (Extended SSID)
174 van 244