Voor de ingebruikname / Ingebruikname
Z org ervoor dat het spuitoppervlak schoon,
droog en vetvrij is.
R uw gladde oppervlakken op en verwijder
vervolgens het schuurstof.
Spuitmateriaal verdunnen
Q
Opmerking: let bij het verdunnen op dat spuitma-
teriaal en verdunner bij elkaar passen. Voor informatie
over de passende verdunning (water, oplosmiddel)
verwijzen wij naar de dienovereenkomstige voor-
schriften van de lak- of verffabrikant. Bij gebruik
van de verkeerde verdunning ontstaan klontjes
waardoor het verfpistool verstopt raakt.
Ga als volgt te werk bij spuitmateriaal
dat volgens de fabrikantaanwijzingen
verdund moet worden:
n eem de maatbeker
v ul voldoende spuitmateriaal in de verfbeker
v erdun het spuitmateriaal met 10 % verdun-
ningsmiddel volgens de aanwijzingen van de
fabrikant.
r oer het spuitmateriaal vervolgens goed door.
s puit vóór werkbegin altijd een keer op proef
op een testoppervlak (zie ook 'Spuiten').
Vullen met spuitmateriaal
Q
S chroef de verfbeker
P laats de stijgbuis bij werkzaamheden aan
liggende objecten naar voren in richting ver-
stuiver
. Plaats de stijgbuis bij bovenhoofdse
8
werkzaamheden naar achteren in richting
handgreep
.
5
V ul de verfbeker
6
schroef hem aan het verfpistool.
Ingebruikname
Q
U kunt de motor
11
over de schouder dragen. Haak daartoe de
karabijnhaken van de draagriem
bevestigingsogen
14 a
van de draagriem individueel aan.
40 NL
met ml-indeling.
16
6
van het verfpistool.
6
met spuitmateriaal en
tijdens het gebruik ook
in de
14
. Pas zo nodig de lengte
Z org ervoor dat de motor
geen spuitmateriaal kan aanzuigen. Plaats
hem op voldoende afstand en op een schone,
stofvrije ondergrond.
Inschakelen
Q
S teek de netsteker in de contactdoos.
D ruk op de AAN- / UIT-Schakelaar
motor.
Uitschakelen
Q
D ruk op de AAN- / UIT-Schakelaar
motor.
T rek de netsteker uit de contactdoos
Werkinstructies
Q
.
S puit zoals op afbeelding D is aangegeven.
S chakel het apparaat niet in of uit boven een te
spuiten oppervlak, maar begin en beëindig het
spuitproces ca. 10 cm van het werkstuk verwijderd.
S puit eerst de hoeken met kleine spuitimpulsen.
V oer het spuitproces uit volgens afb. D - beweeg
het verfpistool daarbij parallel aan het oppervlak.
– Niet zwenken
– Beweeg het verfpistool met een gelijkblijven-
de snelheid.
– Breng het spuitmiddel zo dun mogelijk op.
– De verflaag/-lagen heeft/hebben een
droogpauze nodig, voordat u de volgende
laag kruiselings kunt opbrengen (zie afb. C).
Als de banen elkaar 4–5 cm overlappen, ont-
staat een gelijkmatige oppervlaktekwaliteit.
S puit de verfbeker
druppels!
Verstuiver kiezen / vervangen
Q
D raai de wartelmoer
P laats de gewenste verstuiver
D raai de wartelmoer
tijdens het gebruik
11
aan de
10
aan de
10
niet leeg - er ontstaan
6
los.
9
.
8
weer-vast.
9