wijzigingen in warmte en beweging binnen het
stralingspatroon; houd daarom bij het plaatsen van de detector
rekening met objecten zoals bomen, struiken, vijvers en
schoorsteenpijpen en bewegingen van dieren.
De detectormodule is voorzien van twee gordijnmaskers
waarmee de detectiehoek kan worden verkleind.
De gordijnmaskers worden op de draai- en kantelmodule
geplaatst zoals weergegeven in afbeelding 6. Elke sectie van
de detectorlens heeft een dekkingspatroon van ongeveer 10
graden.
Een extra set gordijnmaskers wordt meegeleverd om het
beam-patroon nog verder te verkleinen, als bijvoorbeeld de
kleinste detectiehoek van 10 graden noodzakelijk is.
Wanneer de dekking groter is dan het gewenste
detectiegebied, kunt u de module naar behoefte aanpassen.
Door verticale of horizontale beams te maskeren, wordt dan
ongewenste detectie voorkomen.
Breng delen van de zelfklevende, zilverkleurige maskering aan
op de gladde achterzijde van de lens, zoals getoond in
afbeeldingen 9 t/m 12. Til voorzichtig de bovenste en onderste
randen van de draai- en kantelmodule op om de lens los te
maken. Als u de lens wilt terugplaatsen, schuift u eerst één
zijkant van de lens in de klemmen op de draai- en
kantelmodule. Als deze zijde stevig vastzit, herhaalt u dit met
de andere zijkant van de lens. Als beide zijkanten vast zitten,
tilt u de bovenste en onderste randen van de draai- en
kantelmodule voorzichtig omhoog en drukt u op de lens, zodat
deze op zijn plaats klikt.
Plaats de lens altijd terug met de juiste zijde omhoog, zodat
het beampatroon de correcte dekking geeft. De bovenkant van
de lens is gemarkeerd met TOP, zoals getoond in afbeelding 7.
Aan de bovenzijde van de draai- en kantelmodule bevindt zich
een fixeeruitsparing, die in de inkeping aan de bovenzijde van
de lens valt.
Tabel 2 hieronder geeft enkele typische
maskeringsconfiguraties die u kunt gebruiken bij een ingesteld
bereik van 30 meter.
Tabel 2: Maskeringsconfiguraties voor maximaal bereik
Hoogte
Configuratie
(m)
Multibeam, optimaal
3
Multibeam
6
Ongevoelig voor
1,5
(huis)dieren [1]
Gordijndekking [2]
6
[1]
Maskeer de zwart gemarkeerde sectie voor huisdiervriendelijke
toepassingen tot maximaal 30 meter.
[2]
Maskeer de zwart gemarkeerde sectie voor toepassingen met
gordijndekking.
Afbeelding 9 geeft het zijaanzicht bij een montagehoogte van 3
meter.
Afbeelding 9
(1) Sectie voor ver bereik (30 m)
(2) Sectie voor kort/middenbereik (6 tot 20 m)
Opmerking afbeelding 9:
niveau 3, vereist montage op 3 m hoogte en aanpassing op 0º,
of montage op 1,5 m hoogte en aanpassing op −2º.
Afbeelding 10 geeft het zijaanzicht bij een montagehoogte van
6 meter.
P/N 146656999-1 (ML) • REV G • ISS 14DEC20
Hoek
Max.
Referentie
(°)
bereik (m)
0
30
Afbeelding 9
9
25
Afbeelding 10
−2
30
Afbeelding 11
45
5
Afbeelding 12
Compliance volgens EN 50131-2-2,
Opmerking afbeelding 10:
volgens EN 50131-2-2.
Opmerking afbeelding 11:
sectie voor huisdiervriendelijke toepassingen tot maximaal 30
meter.
Opmerking afbeelding 12:
volgens EN 50131-2-2. Maskeer de zwart gemarkeerde sectie
voor toepassingen met gordijndekking.
Afbeelding 13 toont het patroon voor het maximale bereik in de
optimale positie (zie afbeelding 9). Maskering van de bovenste
sectie reduceert het bereik tot 20 meter.
Afbeelding 14 toont het patroon voor het minimumbereik (10
meter). In dit geval reduceert maskering van de bovenste
sectie van de lens het bereik tot 6 meter.
LED's
Afbeelding 17 geeft de LED's weer.
Afbeelding 17
Item
Kleur
(1)
Rood
(2)
Blauw
(3)
Infrarood
Programmeeropties
Pulstelling
De pulstelling is het aantal keren dat de detector een beweging
moet registreren voordat een alarm wordt geactiveerd.
De meest gevoelige instelling van de pulstelling is 1.
Detectie-LED ingeschakeld
•
Uit: detectie-LED is uitgeschakeld
•
Aan: detectie-LED signaleert detectie
Programmering
Afbeelding 16
(1) Programmeer-LED (rood)
(2) Programmeerknop
Tabel 3 hieronder geeft een overzicht van alle beschikbare
instellingen.
Tabel 3: Programmeerinstellingen
Waarde
Optie
1
1.
Bereik (m)
10
2.
Pulstelling
1*
3.
Detectie-LED
UIT*
4.
AM Uitgang
Alarm en Storing*
* Standaardinstelling
Opmerkingen
•
De antimask uitgang kan geprogrammeerd worden om
beide 'Alarm en Storing' relais te activeren, of alleen het
'Storing' relais.
Deze configuratie is niet getest
Maskeer de zwart gemarkeerde
Deze configuratie is niet getest
Beschrijving
PIR actief
Detectiealarm
Looptestcommunicatie
2
3
20
30*
2
AAN
Storing
29 / 46