Voor gevogelte en grotere stukken vlees.
!
Circulatie-grillen altijd met gesloten
ovendeur.
Een omdraaien van het grillgoed is bij
circulatie-grillen niet nodig.
Uitzondering: Gevogelte moet na de
helft van de gaartijd een keer
omgedraaid worden.
1. De keuzeschakelaar instellen in
.
stand
ˆ
2. Al naar de vleessoort en de grootte van
het braadstuk de temperatuurkiezer
tussen 160 en 220 instellen.
Grillen op het rooster:
Rooster samen met het grillgoed op de
passende inschuifhoogte inschuiven.
De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 1 inschuiven.
Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en
lamsvlees – bruint vlugger dan licht
vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en
gevogelte.
Licht vlees en visfilets zijn van buiten
wel vaak maar lichtjes gebruind,
daarvoor van binnen gaar en sappig.
Verscheidene vleesstukken kunnen
gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen,
2 schenkels of 2 rollades.
Bij grote of meerdere braadstukken
geldt principieel:
lagere temperatuur, daarentegen
langere grilltijd.
Opmerking: Bij het circulatie-grillen
worden vlakgrill en ventilator afwisselend in-
en uitgeschakeld.
104
Circulatie-grillen
250
ˆ
200
50
100
150