Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bekabelde verbinding met een computer
1. Zorg ervoor dat alle hardware in uw netwerk is uitgeschakeld, met inbegrip van de gateway en alle computers.
2. Sluit een telefoonkabel aan op de Line-poort op het zijpaneel van de gateway en op de wandaansluiting van
de ADSL-lijn. Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet inbegrepen),
tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te voorkomen. Neem contact op
met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
OPMERKING: Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet
inbegrepen), tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te
voorkomen. Neem contact op met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
BELANGRIJK: In landen waar telefoonconnectors met RJ-11-aansluitingen worden gebruikt, moet
u ervoor zorgen dat de microfilters tussen de telefoon en de wandaansluiting worden geplaatst en
niet tussen de gateway en de wandaansluiting. Anders maakt uw ADSL geen verbinding.
In landen waar geen telefoonconnectors worden gebruikt met RJ-11-aansluitingen (zoals Frankrijk,
Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, enz.), moeten alle gebruikers, behalve ISDN-gebruikers,
de microfilter gebruiken tussen de gateway en de wandaansluiting, omdat de microfilter de RJ-11-
aansluiting bevat.
Gebruikers van Annex B (versies E1 en DE van de gateway) moeten de meegeleverde speciale kabel
gebruiken om de gateway aan te sluiten op de wandaansluiting (RJ-45 naar RJ-12). Als u splitters
of speciale connectors nodig hebt, neemt u contact op met uw serviceprovider.
3. Sluit het ene uiteinde van een Ethernet-netwerkkabel aan op een van de Ethernet-poorten (aangeduid met
nummers 1-4) aan de achterkant van de gateway, en het andere uiteinde op een Ethernet-poort op een computer.
Herhaal deze stap om meerdere computers, een switch of andere netwerkapparaten aan te sluiten op de
gateway.
4. Sluit de netstroomadapter aan op de voedingspoort van de gateway en op een wandcontactdoos.
OPMERKING: Sluit de netstroomadapter van de gateway altijd aan op een
stekkerdoos met bescherming tegen overspanning.
De LED Power op het voorpaneel licht groen op zodra de netstroomadapter correct is aangesloten. De LED
Power knippert enkele seconden lang en gaat dan branden zodra de zelftest is voltooid. Als de LED een
minuut of langer knippert, raadpleegt u "Bijlage A: Probleemoplossing".
5. Schakel een van de computers in die zijn aangesloten op de gateway.
Ga naar "Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren".
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
Bekabelde verbinding met een computer
Afbeelding 4-1: De ADSL-lijn aansluiten
Afbeelding 4-2: Een pc aansluiten
Afbeelding 4-3: De voeding aansluiten
9