6 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
HANDMATIG BESTUURDE CIRKELMAAIERS (BENZINE)
Algemene veiligheidsinstructies
Lees voor uw eigen veiligheid en om een goede werking te garanderen
zorgvuldig de gebruiksaanwijzing. Maak u vertrouwd met de
bedieningselementen en het juiste gebruik van de machine. De
gebruiksaanwijzing bewaren om hem te kunnen raadplegen.
•
Denk eraan dat de bediener van de machine of de gebruiker verantwoordelijk is
voor ongevallen met andere personen of hun eigendom.
•
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij de machine en moet in het geval van
doorverkoop aan de koper van het apparaat worden overhandigd.
•
Sta nooit toe dat kinderen en personen onder 16 jaar, noch andere personen die
de gebruiksaanwijzing niet kennen, de machine gebruiken. Plaatselijke
voorschriften kunnen de minimumleeftijd van de gebruiker vastleggen.
•
Geef iedereen die met het apparaat moet werken uitleg over de mogelijk
gevaarlijke momenten, en over hoe ongevallen kunnen worden vermeden. Dit
apparaat mag alleen door personen gebruikt, onderhouden en gerepareerd
worden, die hiermee vertrouwd en over de gevaren onderricht zijn.
•
Dit apparaat is niet ervoor bedoeld om te worden gebruikt door personen met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vermogens en/of bij gebrek aan kennis,
tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon op hen toeziet en hen
aanwijzingen geeft hoe het apparaat gebruikt moet worden. Deze toezichthouder
moet van tevoren beslissen of de persoon met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens voor deze activiteit geschikt is.
Maai nooit als er personen, met name kinderen, of dieren in de buurt zijn.
•
Berg uw machine veilig op! Ongebruikte apparaten moeten in een droge,
afgesloten ruimte en ontoegankelijk voor kinderen bewaard worden.
•
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd
of gedeactiveerd worden!
•
De kabelinstallering mag niet worden gemanipuleerd, bijv. door verwijderen van
kabelklemmen of aanbrengen van extra kabelbinders! De kabels moeten zodanig
tegen de buitenkant van de boom liggen dat ze bij het neerklappen van de boom
niet verpletterd of overbelast worden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van de machine leiden.
Voorbereidende maatregelen
•
Tijdens het maaien moet altijd stevig, gesloten, antislip schoeisel of werkschoenen
en een lange broek worden gedragen. Vermijd het dragen van losse kleding of
kleding met hangende touwen of riemen. Maai niet op blote voeten of in sandalen.
Ter bescherming van de ogen draagt u een veiligheidsbril.
•
Luide geluiden kunnen tot gehoorschade leiden. Gehoorbescherming dragen.
Controleer vóór en tijdens het maaien het terrein waarop het apparaat
wordt ingezet volledig, en verwijder alle stenen, stokken, draden,
speelgoed en andere vreemde voorwerpen die gegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
Controleer voor en tijdens het maaien het terrein op stroomvoerende
kabels en verwijder deze indien mogelijk.
Rijd nooit met ingeschakeld snijgereedschap over stroomvoerende kabels.
Gevaar: elektrische schok!
Bij beschadiging van een stroomvoerende kabel het apparaat uitzetten en
de kabel van het voedingsnet loskoppelen.
Wanneer u voor het onderhoud van uw gazon ook een maairobot gebruikt,
moeten de volgende veiligheidsinstructies met betrekking tot
werkoppervlak van de maairobot in acht worden genomen:
–
vóór de werkzaamheden op deze oppervlakken (maaien, verticuteren,
enz.) moet altijd het bereik van de begrenzingskabel worden
gecontroleerd.
–
wanneer de kabels in de aarde zijn gelegd, moeten deze worden
gecontroleerd, er mogen geen kabels te zien zijn, speciale aandacht
is geboden voor het laadstation.
–
wanneer de begrenzingskabels bovengronds zijn gelegd, moeten
deze direct op de ondergrond gespannen verlopen en niet slap
rondslingeren in het gras. De kabels moeten voldoende door
begrenzingsnagels gefixeerd zijn, zie gebruiksaanwijzing.
–
de begrenzingsnagels mogen niet uitsteken, anders moeten ze
ingedrukt worden.
–
rondslingerende kabelresten voor de maaier verwijderen.
Bij de hierboven beschreven omstandigheden bestaat het gevaar dat de
kabel door het werkgereedschap naar binnen getrokken en opgewikkeld
wordt, wat kan leiden tot ernstige verwondingen.
•
Naar beneden hangende takken en soortgelijke hindernissen kunnen de
gebruiker verwonden of het maaien belemmeren. Vóór het maaien op mogelijke
hindernissen zoals bijv. naar beneden hangende takken letten en deze snoeien of
verwijderen.
WAARSCHUWING
–
Benzine is licht ontvlambaar en uiterst explosief.
Brand en explosies kunnen zware letsels en materiële schade
veroorzaken.
–
Benzine alleen in een goedgekeurde jerrycan en voor kinderen
ontoegankelijk bewaren.
–
Tank niet in het voertuig, op een laadvloer of een aanhanger met
kunststofbekleding vullen. Tank voor het vullen met brandstof niet in
de nabijheid van het voertuig en steeds op de bodem afzetten.
–
Tank alleen in de open lucht met een koude motor. Tijdens het
tanken zijn roken en open vuur verboden.
–
Met benzine aangedreven apparaten die zich op een laadvlak of een
aanhanger bevinden, niet vanuit de pomp voltanken, maar voltanken
met een draagbare jerrycan.
–
Tank benzine voor u de motor start.
–
Open de tankdop niet en tank geen benzine bij een draaiende motor
of als het apparaat heet is.
–
Probeer de motor niet te starten als u benzine heeft gemorst.
Verwijder in plaats daarvan het apparaat van de met benzine
vervuilde plek en veeg de overgelopen brandstof van de motor af.
Probeer de motor niet te starten voordat de benzinedampen zijn
vervlogen.
–
Sluit benzinetank en jerrycan om veiligheidsredenen weer volledig af.
–
Vervang bij beschadiging de benzinetank en de tankdop.
•
Vóór het gebruik moet altijd door een zichtcontrole gecontroleerd worden of het
snijgereedschap, bevestigingsschroeven en de hele snijeenheid versleten of
beschadigd zijn. Ter vermijding van onbalans moeten versleten of beschadigde
messen en bevestigingsschroeven door een geautoriseerde vakwerkplaats worden
vervangen.
•
De toestand van de pictogrammen moet bij elke inzet gecontroleerd
worden. Versleten of beschadigde pictogrammen moeten worden vervangen.
Gebruik
•
Het machine mag niet in explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.
•
Laat de verbrandingsmotor niet draaien in afgesloten ruimten waarin zich
gevaarlijke verbrandingsgassen kunnen ophopen. Gevaar voor vergiftiging!
•
Dragers van pacemakers mogen bij draaiende motor geen
motoronderdelen aanraken die onder spanning staan.
•
Opgelet! Apparaat niet voor aanzuigopeningen van ruimtebeluchtingstoestellen
laten lopen.
•
Maai niet bij slecht weer, als het gevaar van blikseminslag bestaat.
•
Bougiestekker nooit bij lopende motor eraf trekken. Gevaar: elektrische schok!
•
Koppel de bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld.
Verbrandingsgevaar!
•
Geen koptelefoon dragen om naar de radio of muziek te luisteren.
Veiligheid bij het onderhoud en het bedrijf vereisen onbeperkte aandacht.
•
Maai alleen bij daglicht of met voldoende licht. Bestuur de machine
stapvoets.
•
Pas de rijsnelheid aan de persoon en het terrein aan. Verhoog de snelheid
langzaam totdat u de juiste snelheid heeft bereikt en schakel eventueel de
rijaandrijving uit.
•
Bijzonder voorzichtig zijn als onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen of
andere hindernissen het zicht kunnen beïnvloeden.
•
niet te dicht bij gaten, sloten en taluds rijden. De machine kan plotseling over de
kop gaan als een wiel over de rand van een gat of talud rijdt of als een rand
plotseling meegeeft.
•
Voorzichtig bij het maaien onder speeltoestellen (bv. schommels). Het apparaat
zou in een onveilige positie kunnen komen. Er bestaat gevaar voor letsel.
•
De machine niet tijdens ziekte, moeheid of onder invloed van alcohol, medicijnen
of drugs bedienen.
•
Indien mogelijk moet het gebruik van het toestel bij nat weer worden
vermeden. Er bestaat gevaar voor uitglijden.
4