Nederlands
• Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische gege-
vens)
• Ingesloten lucht in de toevoer, eventueel moet een
lei- of stootplaat worden aangebracht
• Minimaal onderdompelingspeil, niveaubesturing,
droogloopbeveiliging
• Rustige en trillingsarme loop
• Schuifkleppen in de toevoer- en drukleiding moeten
geopend zijn.
7 Buiten bedrijf stellen/afvoeren
Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig worden
uitgevoerd.
De nodige veiligheidskleding moet gedragen worden.
Bij werkzaamheden in bekkens en/of reservoirs moe-
ten de desbetreffende plaatselijke veiligheidsmaatre-
gelen worden gevolgd. Er moet vanwege de veiligheid
altijd een tweede persoon aanwezig zijn.
Voor het optillen en neerlaten van het product moeten
hulphijsinrichtingen en goedgekeurde hijsmiddelen
worden gebruikt die technisch in orde zijn.
Levensgevaar door defecten!
Hijsmiddelen en hijsinrichtingen moeten tech-
nisch in orde zijn. Pas als de hijsinrichting tech-
nisch in orde is, mag met de werkzaamheden
worden begonnen. Zonder deze controles
bestaat levensgevaar!
7.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling
Bij dit type uitschakeling blijft het product ingebouwd
en wordt niet van het elektriciteitsnet gescheiden. Bij
de tijdelijke buitenbedrijfstelling moet het product vol-
ledig ondergedompeld blijven, zodat deze is
beschermd tegen vorst en ijs. Er moet voor gezorgd
worden dat de temperatuur in de bedrijfsruimte en van
het transportmedium niet onder +3 °C daalt.
Op die manier is het product altijd klaar voor gebruik.
Bij langere stilstandtijden moet regelmatig (maande-
lijks tot driemaandelijks) een proefrun van 5 minuten
uitgevoerd worden.
Let op!
Proefdraaien mag alleen onder de geldige
bedrijfs- en gebruiksvoorwaarden plaatsvinden.
De machine mag niet droog draaien! Het niet
naleven daarvan kan de machine volledig vernie-
len!
7.2 Definitief buiten bedrijf stellen voor onder-
houdswerkzaamheden of opslag
De installatie moet worden uitgeschakeld en het pro-
duct moet door een gekwalificeerde elektrotechnicus
van het net worden gescheiden en tegen onbevoegd
inschakelen worden beveiligd. Bij aggregaten met
stekkers moeten de stekkers eruit worden getrokken
(niet aan de kabel trekken!). Daarna kan met de werk-
110
zaamheden voor uitbouw, onderhoud en opslag wor-
den begonnen.
Gevaar door giftige stoffen!
Producten die media transporteren die gevaar-
lijk zijn voor de gezondheid, moeten voor alle
andere werkzaamheden gedecontamineerd wor-
den! Anders bestaat er levensgevaar! Draag de
nodige beschermende kleding!
Let op voor verbrandingen!
De behuizingsdelen kunnen ruim boven 40 °C
heet worden. Er bestaat verbrandingsgevaar!
Laat het product na het uitschakelen eerst tot op
de omgevingstemperatuur afkoelen.
7.2.1 Demontage
Bij de verticale installatie moet de demontage overeen-
komstig de montage gebeuren:
• Demonteer de putkop.
• Demonteer de stijgleiding met het aggregaat in omge-
keerde volgorde ten opzichte van de montage.
Let bij de het dimensioneren en het kiezen van
hefwerktuigen op dat bij de demontage het vol-
ledige gewicht van de buisleiding, het aggregaat
incl. stroomleiding en de waterkolom moet wor-
den opgetild!
In het geval van horizontale montage moet de water-
tank/het reservoir volledig worden geleegd. Daarna kan
het product los worden gemaakt van de drukbuislei-
ding en worden gedemonteerd.
7.2.2 Terugsturen/opslag
Voor het versturen moeten de onderdelen met scheur-
bestendige en voldoende grote kunststofzakken dicht
afgesloten en uitloopveilig worden verpakt. De verzen-
ding moet door een geïnstrueerde expediteur worden
uitgevoerd.
Neem hiervoor ook het hoofdstuk „Transport en
opslag" in acht!
7.3 Heringebruikneming
Voor de heringebruikneming moeten stof en olieafzet-
tingen van het product worden verwijderd. Daarna
moeten alle onderhoudsmaatregelen en -werkzaamhe-
den volgens het hoofdstuk „Onderhoud" worden uit-
gevoerd.
Na deze werkzaamheden kan het product worden
ingebouwd en door een elektrotechnicus op het elek-
triciteitsnet worden aangesloten. Deze werkzaamhe-
den moeten volgens het hoofdstuk „Opstelling"
worden uitgevoerd.
Het inschakelen van het product moet volgens het
hoofdstuk „Ingebruikneming" worden uitgevoerd.
Het product mag alleen in een perfecte en
bedrijfsklare toestand opnieuw worden inge-
schakeld.
WILO SE 10/2011 V4.1WE