nl Functies
Pas de ventilatiestand aan de intensiteit van de kook-
damp aan.
¡ Een lagere ventilatiestand betekent minder energie-
verbruik.
Gebruik de intensiefstand alleen wanneer dit nodig
is.
Kies bij intensieve kookdampen op tijd een hogere
ventilatiestand.
¡ De geuren verdelen zich minder in de ruimte.
4 Functies
U kunt uw apparaat gebruiken in de luchtafvoermodus
of in de luchtcirculatiemodus.
4.1 Gebruik met afvoerlucht
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd
en via een buizensysteem naar de buitenlucht afge-
voerd.
De lucht mag niet worden afgevoerd in
een schoorsteen die wordt gebruikt
voor afvoergassen van apparaten be-
stemd voor het verbranden van gas of
andere brandstoffen (dit geldt niet voor
ventilatieapparatuur).
¡ Komt de afvoerlucht terecht in een
rook- of afvoergasschoorsteen die
niet in gebruik is, dan dient hiervoor
toestemming van een vakbekwame
schoorsteenveger te worden verkre-
gen.
¡ Wordt de afvoerlucht door de buiten-
muur geleid, dan raden wij u aan
een telescoop-muurkast te gebrui-
ken.
4.2 Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en een
geurfilter gereinigd en weer teruggeleid in de ruimte.
Om geurtjes te voorkomen bij het ge-
bruik van circulatielucht, dient u een
geurfilter te monteren. De verschillende
manieren om het apparaat met circula-
tielucht te gebruiken, vindt u in onze ca-
talogus of kunt u navragen bij uw speci-
aalzaak. Het daartoe benodigde toebe-
horen is verkrijgbaar bij de speciaal-
zaak, de klantenservice of in de online-
shop.
50
Schakel het apparaat uit wanneer dit niet langer nodig
is.
¡ Het apparaat verbruikt geen energie.
Schakel de verlichting uit wanneer deze niet langer
nodig is.
¡ De verlichting verbruikt geen energie.
De filter met de opgegeven intervallen reinigen of ver-
vangen.
¡ De effectiviteit van het filter blijft behouden.
Het kookdeksel erop plaatsen.
¡ De kookdampen en de condens verminderen.