NL
KLG / KNG / SNG / RNG / PNG
2.4 Inbedrijfname
Voor inbedrijfstelling:
1. Visuele controle uitvoeren.
2. Niet onder 5° C gebruiken.
3. Indien
afzonderlijk
steeknippel (pos. 01) monteren.
Bevestigingsmiddelen laden:
1. Vergrendelhendel (Pos. 03) (indien aan-
wezig)
optillen
(Pos. 05) openen (afbeelding 2a).
2. Afh. van onder-/ zij- bovenladermagazijn
(Pos. 04) met steeds het juiste bevesti-
gingsmiddel laden (afbeelding 3a).
(zie ook gebruiksaanwijzing deel 1
hoofdstuk „Technische gegevens" en
hoofdstuk „Gebruik conform de bepa-
lingen").
3. Magazijnschuif (Pos. 05) sluiten en ver-
grendelhendel (Pos. 03) (indien aanwe-
zig) laten inklikken.
Contactactivering indien aanwezig, zie
technische gegevens):
Functie contactactivering bij aangetrokken
trekker (Pos. 02). Functie wanneer het appa-
raat onder druk is.
of
Omstelling contactactivering op omschakel-
hefboom (pos. 13) (afbeelding 5a). Bij om-
stelling apparaat drukloos.
Persluchtaansluiting:
1. Onderhoudseenheid met filterdrukver-
mindering en olievernevelaar voorscha-
kelen.
2. Snelkoppeling van de persluchtslang op
de
steeknippel
(afbeelding 1a).
2.7 Verhelpen van een storing
Storing
Oorzaak
A Apparaat
Bedieningshendel (Pos. 02) door
werkt niet
vergrendeling (Pos. 10) geborgd
Werkdruk (continudruk) te
gering
B Perslucht
O-ring of afdichting beschadigd
ontsnapt uit
of verontreinigd
de
opening
van het dek-
sel
II/18
meegeleverd:
en
magazijnschuif
(pos. 01)
drukken
Werking:
1. Indien
aanwezig:
(Pos. 10) ontgrendelen
2. De noodzakelijke druk instellen
3. Indien
aanwezig:
(Pos. 08) instellen (afbeelding 4a).
4. Uitschakelveiligheid (Pos. 06) of gelei-
dingsplaat (Pos. 07) stevig op het werk-
stuk plaatsen.
5. Bedieningshendel (pos. 02) indrukken.
6. Indien aanwezig: contactactivering, bij
aangetrokken trekker (pos. 02) en na-
volgend plaatsen van de activeringsbe-
veiliging (pos. 06) op het werkstuk.
Na gebruik:
1. Indien aanwezig:
Vergrendeling (Pos. 10) borgen.
2. Snelkoppeling
(pos. 01) halen (afbeelding 1b).
3. Magazijn (Pos. 04) legen.
4. Apparaat met perslucht droog reinigen.
5. Apparaat veilig opbergen.
2.5 Onderhoud
Regelmatige smering is vereist!
Oliën via een onderhoudseenheid met olie-
vernevelaar.
Zonder olievernevelaar: dagelijks met de
hand via steeknippel (pos. 01) oliën.
Bij een langere bedrijfsonderbreking ook
via de steeknippel (pos. 01) oliën.
2.6 Buitenbedrijfstelling
Opslag: gereinigd, droog, stofvrij, niet on-
der 5° C.
Afvalverwerking: verpakking / apparaat /
gebruikt materiaal volgens de geldende wet-
telijke voorschriften afvoeren.
Verhelpen
Bedieningshendel (Pos. 02) ontgrende-
len (afbeelding 4a)
Werkdruk
(continudruk)
Maximale werkdruk in acht nemen
Contact
opnemen
Druckluft GmbH of een geautoriseerde
servicepartner.
vergrendeling
diepteregeling
van
de
steeknippel
verhogen.
met
Schneider
****
*