Ingebruikname
3. Laagspanningskabel op de transformator
aansluiten:
■
Boutjes van de kroonsteen (05/2) zo ver
losdraaien dat er in iedere opening een
draad van de laagspanningskabel gesto-
ken kan worden.
■
Draden insteken.
Opmerking: Er hoeft niet op de polariteit
te worden gelet.
■
Boutjes in de kroonsteen draaien tot de
draden veilig vastzitten.
4. Voedingskabel (05/5) van de transformator in
het stopcontact steken.
OPMERKING
Wij adviseren om de transformator op
het spanningsnet via een FI-aardlek-
schakelaar met een nominale lekstroom
van < 30 mA aan te sluiten.
4.7
Verbindingen aan het basisstation
controleren (05)
1. Controleer of beide LEDs (05/8, 05/9) bran-
den. Indien niet:
■
Trek de voedingskabel los.
■
Controleer alle stekkerverbindingen van
de voeding en van de begrenzingskabel
op juiste montage en beschadigingen.
2. Indien nodig boutjes (05/7) aan het deksel
(05/6) van het basisstation losdraaien en
deksel verwijderen.
Toestandsweergaven van de LEDs
LEDs
Bedrijfstoestanden
■
Groen
Bandt als de begrenzingskabel
(05/9)
correct is gelegd en de lus in or-
de is.
■
Knippert als de lus van de be-
grenzingskabel niet in orde is.
■
Geel
Brandt als de voeding in orde
(05/8)
is.
■
Knippert als het apparaat in het
basisstation staat en wordt op-
geladen.
457296_b
All manuals and user guides at all-guides.com
5 INGEBRUIKNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de handelingen en instel-
lingen die nodig zijn om de robot-grasmaaier voor
de eerste keer in bedrijf te stellen. Voor alle an-
dere instellingen zie Hoofdstuk 7 "Instellingen",
pagina 93.
5.1
Accu laden (09)
De ingebouwde accu is bij aflevering gedeeltelijk
opgeladen. Bij normaal gebruik wordt de accu
van het apparaat regelmatig opgeladen.
OPMERKING
De accu moet voor het eerste gebruik
compleet worden opgeladen. De accu
kan in elke willekeurige laadtoestand
worden opgeladen. Het is niet slecht
voor de accu als het opladen wordt on-
derbroken.
De accu kan alleen worden opgeladen
als het apparaat is ingeschakeld.
1. Apparaat (09/1) zodanig in het basisstation
(09/3) plaatsen dat de contactoppervlakken
van het apparaat de laadcontacten van het
basisstation raken.
2. Apparaat inschakelen.
3. Het display op het apparaat toont: "Accu
wordt geladen". Indien niet: zie Hoofdstuk
14 "Hulp bij storingen", pagina 101.
5.2
Basisinstellingen uitvoeren
1. Afdekklep van het bedieningspaneel om-
hoogklappen.
2.
Apparaat inschakelen. Firmware, co-
denummer en type worden weergegeven.
3. In het menu de taalkeuze selecteren:
"Nederlands"
4. In het menu "Aanmelding" > "PIN invoe-
ren" het vooraf ingestelde PIN 0000 invoe-
ren. Hiervoor met
en telkens met
voer van het PIN wordt de toegang vrijge-
schakeld.
.
het cijfer selecteren
bevestigen. Na de in-
91