stenen, takken, kuilen, greppels enz.). Wees extra
voorzichtig wanneer u op hellend terrein werkt.
7
Wees extra voorzichtig wanneer u in bomen zaagt die
gespannen zijn. Een gespannen boom kan zowel voor
als na het doorzagen in zijn normale stand terug vliegen.
Als u op de verkeerde plaats staat of de inkeping op de
verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe leiden dat de boom
u of de machine raakt zodat u de controle verliest. In
beide gevallen kunt u ernstig gewond raken.
WAARSCHUWING! Soms komen er
!
snippers vast te zitten in het
koppelingdeksel waardoor de ketting
vastloopt. Zet de motor altijd uit voordat
wordt begonnen met schoonmaken.
8
Wanneer u zich verplaatst moet de ketting
vergrendeld worden met de kettingrem en moet de
motor uitgeschakeld worden. Draag de
motorkettingzaag met het zaagblad en de ketting naar
achter gericht. Als het om een langere verplaatsing
gaat, moet u de zaagbladbescherming gebruiken.
9
Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u
de ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor
zorgen dat u de machine in de gaten kunt houden. Als
de motorzaag een langere tijd "geparkeerd" wordt,
moet u de motor uitzetten.
Basisregels
1
Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het
veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingseffect
reduceren of elimineren. Het verrassingseffect
verhoogt het ongevalsrisico. De meeste terugslagen
zijn klein, maar sommige kunnen bliksemsnel en erg
krachtig zijn.
100 – Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
2
3
4
5
Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw
rechterhand op de tophandgreep en uw linkerhand op
de voorhandgreep. Plaats uw duimen en vingers rond
de handvatten. Houd de motorzaag altijd zo vast, of u
nu links- of rechtshandig bent. Want dit is de beste
greep om het terugslageffect te reduceren en de
controle over de motorzaag te behouden.
De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het
snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er niets
op de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw
evenwicht kunt verliezen.
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector
van de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in
de buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag
veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de
stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in de
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al
hoeft dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor
verrast worden en de controle over de zaag verliezen.
Zaag nooit opgestapelde stammen of takken zonder
ze eerst uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam
of een stuk per keer. Verwijder de afgezaagde stukken
om uw werkterrein veilig te houden.
Gebruik de motorzaag nooit hoger dan
schouderhoogte en zaag niet met de tip van het
zaagblad. Zaag nooit wanneer u de motorzaag
slechts met één hand vasthoudt!
Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met
volgas.