VOOR HET EERSTE GEBRUIK
· Verwijder alle verpakkingsmateriaal, zowel binnenin als aan de buitenkant. Maak de
buitenkant van het toestel schoon met een droge doek. De binnenkant kan je reinigen met
een zachte, vochtige doek.
· Plaats het toestel niet in een nauwe doorgang, direct zonlicht of vocht.
· Zorg ervoor dat de lucht vrij rond de koelkast kan circuleren. De achterkant van de koelkast
moet minstens 13 cm verwijderd zijn van de muur.
· Zet de koelkast op een stevige, vlakke ondergrond. Men kan het toestel waterpas zetten
met behulp van verstelbare pootjes, verstel deze door ze in of uit het toestel te schroeven.
· Vermijd direct zonlicht en warmte. Zonlicht kan de buitenkant van de koelkast aantasten.
Warmte zal voor een hoger verbruik zorgen.
· Vermijd een te hoge vochtigheidsgraad. Te veel vocht in de lucht zal ervoor zorgen dat er
te snel vorst gevormd wordt in de koelkast.
· Controleer voordat je de koelkast op de netvoeding aansluit of de spanning op het
typeplaatje van het apparaat overeenstemt met de spanning bij je thuis. Een andere
spanning kan het apparaat beschadigen.
· De stekker is de enige manier om het apparaat van de voeding te ontkoppelen, zorg dat
deze altijd makkelijk bereikbaar is. Om de voeding naar het apparaat te ontkoppelen,
schakel het apparaat uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
· Het apparaat moet geaard zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die
ontstaat door het niet gebruiken van een aarding.
· Voor oneffen oppervlakken kunnen de voorste stelvoetjes op één lijn worden gebracht.
· Laat het toestel na installatie 8 uur staan vooraleer het aan te zetten. Zo kan het
koelmiddel zich zetten.
· Laat het apparaat gedurende 24 uur werken zonder levensmiddelen zodat de kast tot de
gepaste temperatuur afkoelt.
· Dit apparaat is ontworpen om te werken in een omgevingstemperatuur tussen 16°C en
38°C. In een ruimte met een lagere of hogere temperatuur zal het apparaat niet juist
werken.
· Het toestel mag alleen binnen gebruikt worden.
· De diepvriezer maakt geluid wanneer de compressor het koelmiddel rondpompt. Dit is
normaal.
TEMPERATUURREGELING
· De interne temperatuur kan geregeld worden door de thermostaat, er zijn 8 verschillende
standen. 1 is de warmste stand en 7 is de koudste. Om het toestel uit te zetten, zet je de
thermostaat op "0".
· De werkingstijd en –temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar de koelkast wordt
gebruikt, het aantal keer de deur wordt geopend en de temperatuur van de kamer waar de
koelkast zich in bevindt.
6
DO929RKR