11. PARAMETERWEERGAVE
a) Symbolen voor de actieve modus en laadtoestand
De volgende symbolen geven een snel overzicht over de laadtoestand van de accu en de huidige modus:
De accu wordt geladen
De accu wordt ontladen
Afkoelfase na het opladen tijdens het accuprogramma „MAXIMIZE"
Fout
Laadtoestand vol
Laadtoestand leeg
Deze symbolen voor de laadtoestand dienen alleen voor een schatting van hoever het laad- of ontlaadproces is
gevorderd. Bij het laden vult het batterijsymbool zich van onder naar boven en bij het ontladen van boven naar
onder wordt leeggemaakt. Besluiten in verband met de nog te verwachten tijd tot het einde van het programma zijn
daarmee niet mogelijk.
b) Accuspanning
De spanning van de accu wordt in onbelaste toestand aangegeven (en kan bijgevolg tijdens het gebruik niet worden
nagemeten).
c) Laad-/ontlaadstroom
Tijdens het laden en ontladen geeft het apparaat de door de accu stromende stroom „I" weer. Wanneer er geen
stroom loopt (vb. in de modus „READY" of „ERROR") verschijnt de aanduiding „I= 0.000A" op het scherm.
d) Tijdsmeting
Op het scherm wordt de tijd in uren en minuten („DD:HH:MM") aangegeven, waarin de accu gepauzeerd, geladen
en ontladen werd. De tijd die nodig is voor een druppellading blijft onveranderd.
e) Gevoede en afgenomen capaciteit
De aanduiding van zowel de geladen capaciteit (C) als de afgenomen capaciteit (D) gebeurt in milliampère-uur
(mAh). Bij programma's met meervoudige laad- en ontlaadcycli worden alleen de actuele waarden weergegeven.
De gegevens van de voorbije cyclus worden gewist. Er gebeurt geen berekening, weergave of toevoeging van de
capaciteit van een druppellading („TRICKLE").
96