4.1.3
Voor roerbakken
1. Kies een wok met vlakke bodem of een grote koekenpan die geschikt is voor inductie.
2. Zorg dat alle ingrediënten en materialen klaar staan. Roerbakken moet snel worden uitgevoerd. Als u grote
hoeveelheden kookt, dan bereidt u het voedsel in meerdere kleinere hoeveelheden.
3. Verwarm de pan even voor en voeg twee eetlepels olie toe.
4. Bak eventueel vlees eerst, leg het daarna opzij en houd het warm.
5. Roerbak de groenten. Wanneer ze heet maar nog knapperig zijn, zet u de kookzone naar een lagere instelling,
doet u het vlees weer in de pan en voegt u de saus toe.
6. Roer de ingrediënten voorzichtig door om ervoor te zorgen dat ze goed worden doorgewarmd.
7. Dien meteen op.
4.2
Detectie van kleine voorwerpen
Wanneer een ongeschikte maat of niet-magnetische pan (bijv., aluminium) of een ander klein item (bijv., mes, vork,
sleutel) op de kookplaat is achtergelaten, gaat de kookplaat na 1 minuut automatisch in stand-by. De ventilator zal de
inductiekookplaat nog 1 minuut verder afkoelen.
5.
Warmte-instellingen
De onderstaande instellingen zijn alleen richtlijnen. De exacte instelling hangt af van verschillende factoren,
waaronder uw kookgerei en de hoeveelheid die u aan het koken bent. Experimenteer met de inductiekookplaat om de
instellingen te vinden die het beste bij u passen.
Warmte-instelling
1–2
3–5
6–11
12–13
14/P
Geschiktheid
delicate opwarming voor kleine hoeveelheden voedsel
•
•
smelten van chocolade, boter en voedingsmiddelen die snel verbranden
zacht sudderen
•
langzaam opwarmen
•
opnieuw opwarmen
•
snel sudderen
•
rijst koken
•
pannenkoeken
•
sauteren
•
pasta koken
•
roerbakken
•
aanbraden
•
soep aan de kook brengen
•
kokend water
•
N -25