MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart.
Discs opgenomen met een ingewikkelde
structuur.
Discs die in Multi Session (meerdere sessies)
zijn opgenomen.
Discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Het geluid verspringt.
CD defect of vuil.
USB-apparaat afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid.
Bestanden die beveiligd zijn met DRM (Digital
Rights Management) kunnen in sommige
gevallen niet worden afgespeeld.
Een audiobestand kan niet afgespeeld worden.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USB-
apparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie.
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.
Als de smartphone niet reageert op aanraking.
Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
Breng het gedeelte met het N-merkteken van
de smartphone dichter bij het gedeelte met het
N-merkteken van dit apparaat.
Als de smartphone in een etui zit, haalt u hem
eruit.
De NFC-ontvangstgevoeligheid is afhankelijk van
het toestel.
Als One touch-verbinding met de smartphone
verschillende keren mislukt, brengt u de
BLUETOOTH-verbinding handmatig tot stand.
26
NL
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat de verbinding tot stand wil
brengen, kan dit apparaat niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling, voordat de koppeling tot stand wordt
gebracht.
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding bestaat,
kan dit apparaat niet worden gedetecteerd vanaf
een ander toestel.
Verbreek de actuele verbinding en zoek dit
apparaat vanaf een ander toestel.
Wanneer de koppeling tussen de toestellen tot
stand is gebracht, activeert u het uitsturen van
het BLUETOOTH-signaal (pagina 8).
Er is geen verbinding mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde aangestuurd
(dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via
beide zijden.
Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice versa.
De naam van het gedetecteerde toestel wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere toestel
zal het misschien niet mogelijk zijn de naam op
te vragen.
Geen beltoon.
Regel het volume door de regelknop te
verdraaien terwijl u een gesprek ontvangt.
Afhankelijk van het toestel dat de verbinding tot
stand brengt, wordt de beltoon misschien niet
goed verzonden.
Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 21).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
De beltoon is alleen hoorbaar via de
voorluidsprekers.
De stem van de spreker is niet hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
Het stemgeluid worden alleen uitgevoerd via
de voorluidsprekers.
Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het volume overeenkomstig met de
aanpassing van de microfoonversterking aan
(pagina 14).
Er klinkt een echo of ruis in de
telefoongesprekken.
Breng het volume omlaag.
Stel de stand EC/NC in op [EC/NC-1] of [EC/NC-2]
(pagina 14).