NL
8.3.10 Reiniging van de rotor
Om de rotor van de ventilator te reinigen:
– draai de schroeven los (1) en verwijder het kanaal voor de
luchtafzuiging (2)
– reinig de rotor (3) en de binnenkant van de ventilator met een
kwast
– als het nodig is, dient u de rotor te demonteren en opnieuw
monteren.
3
In het geval van vervanging van de motor en/of van de rotor (3)
moet een afstand tussen het onderste rotatievlak (A) van de ro-
tor van circa 1 mm t.o.v. het vlak (B) van de mantel worden aan-
gehouden, zoals aangegeven in de afbeelding.
OK
A
NEE
NEE
1
2
Afb. 74
3
B
Afb. 75
8.3.11 Reiniging van het pompfilter
Om het filter te reinigen (1), verwijder het deksel (2) en haal het
filter eruit,
Na de reiniging:
– monteer het filter opnieuw (1)
– controleer de afdichting van het deksel (2) en vervang hem
indien noodzakelijk
– doe het deksel weer op zijn plaats (2) door de schroeven goed
aan te draaien.
8.3.12 Controleer de rotatie van de pomp
Om te controleren of de pomp vrijuit kan draaien:
– haal de oliebuis uit zijn behuizing (1)
– schakel de connector los van zijn behuizing (2) op de mag-
neetklep
– draai de schroeven los (3) met bijgeleverde sleutel
– haal de pomp (4) en de koppeling uit de motor.
3
– draai de as handmatig (3-4 keer met de klok mee en tegen
de klok in).
1
2
Afb. 76
2
4
1
Afb. 77
Afb. 78
87