Compressor droog bewaren en niet blootstel-
len aan sterke temperatuurschommelingen.
2.8
Verhelpen van een storing
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Storing
A
Motorveiligheids-
schakelaar
onder-
breekt
stroomtoevoer
B
Drukontlasting
werkt niet
C
Compressor
niet bij het inscha-
kelen
D
Compressor
kort bij het bereiken
van de inschakel-
druk resp. bromt en
schakelt dan auto-
matisch uit
Oorzaak
Bij storingen (bijv. oververhit-
ting; onderspanning; verlen-
gingskabel te
verkeerde diameter) wordt de
motorveiligheidsschakelaar
geactiveerd
De drukontlasting wordt stilge-
legd door het onderbreken van
de
stroomtoevoer
ningsdaling in het stroomnet
bij ingeschakelde compressor
start
Containerdruk
inschakeldruk
Stroomvoorziening foutief
Motorveiligheidsschakelaar
onderbreekt stroomtoevoer
Drukschakelaar defect
start
Netaansluitkabel
toegestane lengte of kabeldia-
meter is te gering
2.7.2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal en apparaat volgens
de geldende voorschriften als afval verwer-
ken.
Verhelpen
Compressor uitschakelen. Een
ogenblik wachten. Bij compres-
lang of met
sors met externe motorveilig-
heidsschakelaar: deze bedienen.
Compressor inschakelen.
Als de motorveiligheidsschake-
laar opnieuw activeert: compres-
sor uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken. Contact opnemen
met servicepartner
Compressor
ontlast zich. Compressor inscha-
of
span-
kelen
groter
dan
Druk uit container laten weglo-
pen, tot drukschakelaar automa-
tisch inschakelt
Stroomtoevoer door bevoegde
persoon (servicepartner) laten
controleren
Zie punt A
Drukschakelaar door bevoegde
persoon laten vervangen
heeft
niet-
Netaansluitlengte en kabeldia-
meter
hoofd. 2.4.4)
NL
UNM STH/STV
uitschakelen.
Hij
controleren
(zie
II/39