2.6
Onderhoud
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Interval
dagelijks
eenmalig na 10 h
50 h
500 h
1.000 h
2.500 h
2.6.1 Vóór elk onderhoud
1. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken.
2. Voeding op de hoofdschakelaar onder-
breken.
3. Hele compressor drukloos maken: kogel-
kraan condensaatuitlaat (Pos. 09) lang-
zaam
openen.
wanneer geen lucht meer ontsnapt.
2.6.2 Compressor reinigen
• Koelribben bij de cilinder, cilinderkop en
nakoeler met perslucht reinigen.
• Afdekking ventilatorwiel bij de motor reini-
gen.
2.6.3 Condensaat drukvat laten
weglopen
Condensaat is een waterverontreiniger.
Volgens de geldende voorschriften als af-
val verwerken!
1. Geschikte
container
saatuitlaat plaatsen.
2. Om condensaat te laten weglopen, moet
een druk van max. 2 bar aanwezig zijn.
uiterlijk
Werkzaamheden
indien nodig
Compressor reinigen
na elk gebruik
Condensaat uit drukvat laten weglopen
Inbedrijfname
Oliepeil controleren, evt. bijvullen
Schroefverbindingen controleren
wekelijks
Aanzuigfilter controleren
na 1/2 jaar
V-snaarspanning controleren (indien aanw.) 2.6.9
Aanzuigfilter reinigen
Olie verversen (1e olieverversing)
na 1 jaar
Olie verversen (minerale olie)
Aanzuigfilter vervangen
Terugslagventiel en inzetstuk vervangen
Schroefverbindingen controleren
na 2 jaar
Olie verversen (synthetische olie)
V-snaar vervangen (indien aanw.)
na 5 jaar
Veiligheidsventiel vervangen
Kogelkraan
sluiten,
onder
conden-
3. Kogelkraan (Pos. 09) openen.
4. Kogelkraan sluiten wanneer er geen con-
densaat meer uitloopt.
2.6.4 Oliepeil controleren
Bij compressoren met oliepeilstok deze eruit
halen.
1. Oliepeil moet zich tussen de onderste en
bovenste markering bevinden (oliepeil-
stok/oliekijkglas). (afbeelding 4a)
2. Indien nodig corrigeren.
Bij zeer ongunstige omstandigheden kan het
gebeuren, dat condensaat in de olie komt.
Dit kan men aan melkkleurige olie herken-
nen. Dan moet de olie onmiddellijk ververst
worden.
2.6.5 Olie verversen/bijvullen
1. Compressor laten warmdraaien, uitscha-
kelen, stroomtoevoer onderbreken.
2. Olievulstop resp. oliemeetstok (pos. 03)
eruit halen, afgewerkt olie-vat onder de
olieaftapschroef (pos. 04) houden, deze
NL
UNM STH/STV
zie
hoofd-
stuk
2.6.2
2.6.3
2.6.4
2.6.6
2.6.7
2.6.7
2.6.5
2.6.5
2.6.7
2.6.10
2.6.6
2.6.5
2.6.9
2.6.11
II/37