NL
UNM STH/STV
2.4.2 Vóór de eerste inbedrijfna-
me
1. Visuele controle uitvoeren.
2. Elektrische aansluiting controleren.
3. Oliepeil controleren (zie hst. 2.6.4).
4. Rubberen trilelementen aanbrengen (zie
hst. 2.4.6 ).
5. Bij plaatsing, initiatief van gebruiker:
controle van de compressoruitrusting
door gecertificeerde autoriteit.
6. Voor de inbedrijfstelling het hoofdstuk
Veiligheidsinstructies lezen en aanhou-
den.
2.4.3 Compressoren met mag-
neetklep
1. Geluiddempers met de hand opschroe-
ven.
2. Magneetklepstekker op de magneetklep
steken.
2.4.4 Elektrische aansluiting
• Netspanning en gegevens op het plaatje
moeten identiek zijn.
• Elektrische beveiliging vlg. Technische Ge-
gevens.
• VDE-bepalingen 0100 en 0105 in acht ne-
men.
• Hoofdschakelaar (niet in leveringsomvang
inbegrepen) installeren!
Bij gebruik van verlengingskabels: kabel-
diameter: min. 2,5 mm²; max. kabel-
lengte:10 m.
2.4.5 Draairichting controleren /
wijzigen
Draairichtingscontrole voor elke inbedrijf-
stelling op "vreemde" draaistroombron uit-
voeren.
1. Compressor op het elektriciteitsnet aan-
sluiten.
2. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
inschakelen.
3. Let op de draairichting van het ventila-
torwiel.
4. Draairichting komt niet overeen met de
richting van de pijl op het riembescherm-
rooster: draairichting wijzigen.
5. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
uitschakelen.
II/36
6. Voeding op de hoofdschakelaar onder-
breken.
Deze maatregel moet door een gediplomeer-
de elektrotechnicus worden uitgevoerd:
1. Fasen verwisselen.
2. Draairichting controleren. (zie hierbo-
ven)
3. Draairichting is niet veranderd: contact
opnemen met servicepartner.
2.4.6 Rubberen trilelementen
aanbrengen
Zie Gebruiksaanwijzing deel 1.
Compressor met vorkheftruck of kraan optil-
len. Hefinrichting overeenkomstig het com-
pressorgewicht
kiezen.
gegevens.
Rubberen trilelementen (Pos. 23) op tank-
voeten schroeven. Onderlegringen niet ver-
geten! Moeren met 80 Nm aandraaien.
2.5
Gebruik
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Compressor niet overbelasten: het max.
aantal schakelcycli en de verhouding be-
drijfstijd ten opzichte van stilstand niet
overschrijden!
Volledig legen van de tank bij langere stil-
standtijd voorkomen:
Kogelkraan (Pos. 22) sluiten.
2.5.1 Inzetstuk
1. Compressor op het elektriciteitsnet aan-
sluiten.
2. Compressor
op
(Pos. 10), resp. via hoofdschakelaar, in-
schakelen. Compressor draait en scha-
kelt automatisch uit: de compressor is
bedrijfsgereed.
Bij het bereiken van de inschakeldruk start
de compressor automatisch weer.
2.5.2 Persluchtafname
Elastische verbindingsslang tussen kogel-
kraan (Pos. 22) en leidingnet, resp. pers-
luchtkoudedroger aansluiten.
2.5.3 Na het gebruik
1. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) uitschakelen.
2. Voeding op de hoofdschakelaar onder-
breken.
Zie
technische
AAN/UIT-schakelaar