13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Wat te doen als...
Neem in alle gevallen die niet in deze tabel zijn opgenomen contact op met een erkend
servicecentrum.
Het apparaat gaat niet aan of warmt niet op
Probleem
U kunt het apparaat niet inschakelen of gebruiken.
Het apparaat warmt niet op.
Het apparaat warmt niet op.
Het apparaat warmt niet op.
Het apparaat warmt niet op.
Onderdelen
Probleem
De lamp is uit.
De verlichting werkt niet.
Foutcodes
Op het display verschijnt...
Err C3
Err F102
Err F102
00:00
Als het display een foutcode weergeeft die niet in deze tabel staat, schakelt u de zekering van het huis uit en
weer in om de oven opnieuw te starten. Als de foutcode opnieuw optreedt, neemt u contact op met een erkend
servicecentrum.
26
NEDERLANDS
Controleer of de volgende zaken van
toepassing zijn...
Het apparaat is op de juiste manier op een elektri‐
sche toevoer aangesloten.
De automatische uitschakeling is gedeactiveerd.
De deur van het apparaat is gesloten.
De zekering is niet doorgeslagen.
Het slot is uitgeschakeld.
Controleer of de volgende zaken van
toepassing zijn...
Warmelucht (vochtig) - wordt ingeschakeld.
De lamp is opgebrand.
Controleer of de volgende zaken van
toepassing zijn...
De ovendeur is gesloten of het deurslot is niet kapot.
De deur van het apparaat is gesloten.
Het deurslot is niet kapot.
Er was een stroomstoring. Stel het tijdstip van de
dag in.