Télécharger Imprimer la page

Telwin Practica 152 Manuel D'instructions page 30

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
riemen).
- Het lassen MOET verboden zijn met een operator die van de grond
opgeheven staat, behoudens het eventueel gebruik van een
veiligheidsplatform.
- SPANNING
TUSSEN
ELEKTRODENHOUDER
wanneer men werkt met meerdere lasmachines op een enkel
stuk of op meerdere elektrisch verbonden stukken, kan er een
gevaarlijke som van nullastspanningen tussen twee verschillende
elektrodenhouders of toortsen gegenereerd worden, aan een
waarde die het dubbel van de toegelaten limiet kan bereiken.
Het
is
noodzakelijk
instrumentmeting uitvoert om te bepalen of er een risico bestaat,
zodanig dat hij de geschikte beschermingsmaatregelen kan
treffen zoals wordt aangeduid in 7.9 van de norm "EN 60974-9:
Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en gebruik".
RESIDU RISICO'S
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak
plaatsen met een adequaat draagvermogen voor de massa zoniet
(vb. hellende, oneffen bevloeringen enz...) bestaat het gevaar van
omkanteling.
- ONJUIST GEBRUIK: het gebruik van de lasmachine is gevaarlijk
voor gelijk welke bewerking die verschilt van diegene die voorzien
zijn (vb. ontvriezen van buizen van de waterleiding).
- De handgreep mag niet worden gebruikt om het lasapparaat aan
op te hangen.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
Deze lasmachine is een stroombron voor het booglassen, speciaal
gerealiseerd voor het MMA-lassen in wisselstroom i (AC) van beklede
elektroden.
SERIE-ACCESSOIRES:
- tang elektrodenhouder;
- retourkabel volledig met massatang.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
KENTEKENPLAAT
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de
lasmachine zijn samengevat op de kentekenplaat met de volgende
betekenis:
1- Beschermingsgraad van het omhulsel.
2- Symbool van de voedingslijn:
1~: eenfase wisselspanning.
3- Symbool van de voorziene lasprocedure.
4- Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
5- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van de
machines voor booglassen.
6- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine
(noodzakelijk voor de technische service, de aanvraag van reserve
onderdelen en het opzoeken van de oorsprong van het product).
7- Symbool S : wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd worden
in een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock (vb. in de
onmiddellijke nabijheid van grote metalen massa's).
8- Prestaties van het lascircuit:
- U
: maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
- I
/U
: Genormaliseerde overeenstemmende stroom en spanning
2
2
die door de lasmachine tijdens het lassen kunnen verdeeld
worden.
- X : Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine de
overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom). Wordt
uitgedrukt in %, op basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6
minuten werk, 4 minuten pauze; en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die verwijzen
naar 40°C ruimte) overschreden worden, wordt de ingreep van de
thermische beveiliging bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by
tot haar temperatuur terug binnen de toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V : Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom
(minimum - maximum) aan de overeenstemmende boogspanning.
9- Kentekens van de voedingslijn:
- U
: Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine
1
(toegelaten limieten ±10%):
- I
: Maximum stroom verbruikt door de lijn.
1 max
- I
: Effectieve voedingsstroom.
1 eff
OF
dat
een
ervaren
coördinator
Afb. A
10-
: De waarde van de zekeringen met vertraagde werking moet
voorzien worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis
aangeduid is in hoofdstuk 1 "Algemene veiligheid voor het
TOORTSEN:
booglassen".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een
indicatieve aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de
cijfers; de exacte waarden van de technische gegevens van de lasmachine
in uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van de kentekenplaat
de
van de lasmachine zelf.
ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- Prestaties van de lascircuit als functie van de diameter van de
elektrode (Fig. A-12):
- Ø : diameter van de lasbare elektrodes.
:
- I
Conventionele
2
boogspanning.
- tw : is de gemiddelde tijdsduur van het lassen op nominale lading
berekend tussen het herstel en de ingreep van de thermostaat
vertrekkend met de lasmachine op thermisch regime.
- tr : is de gemiddelde tijdsduur van heractivering berekend tussen
de ingreep en het herstel van de thermostaat vertrekkend met de
lasmachine op thermisch regime.
- LASMACHINE: zie tabel 1 (TAB.1).
Het gewicht van de lasmachine staat aangeduid in tabel 1 (TAB. 1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING
LASMACHINE
5. INSTALLATIE
OPGELET!
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE LASMACHINE
VOLLEDIG
VOEDINGSNET.
DE
ELEKTRISCHE
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
PLAATS VAN HET LASAPPARAAT
Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen obstakels
zijn bij de ingangs- en uitgangsopening van de koellucht; controleer ook
of er geen geleidend stof, corrosief vocht etc. wordt opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LET OP! Zet het lasapparaat op een vlakke ondergrond
die geschikt is om het gewicht ervan te dragen om omvallen of
gevaarlijke verschuivingen te voorkomen.
AANSLUITING OP HET NET
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men
verifiëren of de gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen met
de spanning en de frequentie van het net die beschikbaar zijn op de
plaats van installatie.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een
voedingssysteem met een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Om de bescherming tegen onrechtstreeks contact te garanderen,
differentiaalschakelaars gebruiken van het type:
- Type A (
- Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-11
(Flicker) raadt men aan de lasmachine te verbinden met de punten van
interface van het voedingsnet die een impedantie hebben kleiner dan
Zmax =0.3 ohm.
- De lasmachine valt onder de vereisten van de norm IEC/EN 61000-3-12.
Stekker en contactdoos
Sluit de stekker van de voedingskabel aan op een contactdoos met
zekeringen of automatische schakelaar; de aardklem moet op de
aardgeleider (geel-groen) van de voedingsleiding worden aangesloten.
In tabel 1 (TAB 1) staan de aangeraden waarden in ampère van de
- 30 -
lasstroom
aan
Fig. B
ALLE
OPERATIES
UITGESCHAKELD
EN
LOSGEKOPPELD
AANSLUITINGEN
Assemblage beschermend masker
Fig. C
) voor eenfase machines;
de
overeenstemmende
VAN
INSTALLATIE
EN
VAN
HET
MOETEN
UITSLUITEND

Publicité

loading