Om naar de programmeermodus te gaan, drukt u op toets 3 en onmiddellijk daarna,
zonder deze los te laten, op toets 2 (vanaf links geteld) van het eerste toetsenbord. De
3 toetsen en de displays worden uitgeschakeld. Druk vervolgens 10 seconden op toets
3. Het display links toont vervolgens de verschillende programmeeropties volgens de
bovenstaande tabel.
Gebruik toets 2 om vooruit te gaan en toets 1 om achteruit te gaan tussen de
verschillende opties. Met toets 3 kunt u de geselecteerde optie invoeren om de eerder
geprogrammeerde waarde te wijzigen. Als u in de te wijzigen optie bent, gebruikt u de
toetsen 1 en 2 om de waarde ervan te verhogen/verlagen, en drukt u op toets 3 om de
wijziging te bevestigen en terug te keren naar het programmeermenu.
Om het programmeermenu te sluiten, zoekt u de optie ESC en selecteert u deze
door op toets 3 te drukken. De toetsen en displays worden uitgeschakeld. Ze moeten
opnieuw worden geactiveerd door op toets 2 te drukken.
LET OP!
U kunt de programmeerparameters resetten door op de toetsen 1, 2 en 3 van het
bedieningspaneel te drukken wanneer de machine is uitgeschakeld. Druk, zonder ze
los te laten, op de hoofdschakelaar totdat de tekst Prt op het display van groep één
verschijnt. Vervolgens laat u de toetsen los, schakelt u het apparaat uit en weer in.
LET OP!
Alarmen. De displays boven elke toets geven ook informatie over problemen die
zich in de verschillende onderdelen kunnen voordoen door middel van de volgende
alarmlijst:
AL1
AL2
AL3
AL4
AL5
AL6
AL7
AL8
LET OP!
Het is mogelijk om het apparaat zodanig in te schakelen dat alleen het toetsenbord
en het display worden verlicht en de weerstanden en alarmen worden uitgeschakeld.
Om de machine op deze manier in te schakelen, drukt u terwijl de machine is
uitgeschakeld op de toetsen 1 en 2 van het bedieningspaneel en houdt u deze
ingedrukt terwijl u de hoofdschakelaar activeert, totdat het bedieningspaneel en het
display oplichten. Om uit te schakelen, herhaalt u dezelfde handeling.
108
Controleer het niveau van het waterreservoir
Storing van de debietmeter
Storing van de temperatuursensor van de groep
Storing van de weerstand van de groep
Storing in het circuit
Maximale vultijd van de ketel
Storing in de keteltemperatuursensor
Storing in de ketelweerstand