6.4
Parallelaanslag instellen
Voor de parallellaanslag wordt het lange
aanslagprofiel (54) gebruikt. Dit wordt
aan het geleideprofiel aan de voorkant
van de zaag gemonteerd.
– Parallelaanslag rechts van het zaag-
blad plaatsen.
De markering in de loep toont de in-
gestelde afstand van de parallelaan-
slag tot het zaagblad op de schaal.
– Spanhefboom (55) van de parallel-
aanslag loszetten en de parallelaan-
slag verschuiven tot de markering in
de loep de gewenste afstand tot het
zaagblad aangeeft.
Om de spanhefboom (55) vast te zet-
ten, deze omlaag drukken.
– Het aanslagprofiel (54) moet bij het
zagen met parallelaanslag parallel
ten opzichte van het zaagblad staan
en met de spanhefboom (55) ver-
grendeld zijn. Hiervoor de spanhef-
boom omlaag drukken.
– Kartelmoeren (56) voor het bevesti-
gen van het aanslagprofiel. Het aan-
slagprofiel kan na losdraaien van de
beide kartelmoeren (56) worden af-
genomen en omgezet:
52
53
Gebruik de lage kant als aandruk-
kant:
– om vlakke werkstukken te zagen;
– of als het zaagblad onder een
hoek staat.
Gebruik de hoge kant als aandruk-
kant:
– voor het zagen van hoge werk-
stukken (max. 87 mm).
6.5
Wijzer van de parallelaan-
slag afstellen
1. Parallelaanslag aan het zaagblad
uitrichten.
2. Schroef aan de wijzer van de paral-
lelaanslag losdraaien.
3. Wijzer op parallelaanslag en „O" op
schaalband in overeenstemming
54
brengen.
55
4. Schroef aan wijzer van de parallel-
aanslag weer vasttrekken.
Aanwijzing:
Om te voorkomen dat het werkstuk
klemt bij het zagen met de parallelaan-
slag:
parallelaanslag geheel naar rechts ver-
schuiven en vervolgens op de gewenste
zaagbreedte instellen.
Aanwijzing:
Parallelaanslag afstellen (indien ge-
wenst): De parallelaanslag moet even-
wijdig aan het zaagblad worden ge-
plaatst of zo worden ingesteld dat hij
max. 0,3 mm naar achteren opent. Dan
raakt het werkstuk niet beklemd tussen
de parallelaanslag en het zaagblad.
Voor het afstellen de 2 schroeven aan
de bovenkant van de parallelaanslag
losdraaien, daarna weer vastzetten.
Aanwijzing:
Klemkracht van de parallelaanslag in-
stellen (indien nodig): mocht het achter-
ste klemstuk vroeger of later als het
voorste klemstuk klemmen, kan dit wor-
den ingesteld door aan de moer (aan
het achterste kopstuk) te draaien. De
56
moer los maken, zodat het achterste
klemstuk later klemt. De moer vast
draaien, zodat het achterste klemstuk
eerder klemt.
6.6
Dwarsaanslag instellen
De dwarsaanslag (58) wordt van voren
in de groef in de zaagtafel geschoven.
Voor hoeksneden kan de dwarsaanslag
naar beide kanten 60° worden versteld.
Voor hoeksneden van 45° en 90° zijn
desbetreffende aanslagen voorhanden.
Voor het instellen van een hoek: klem-
hendel (57) door draaien tegen de wij-
zers van de klok in losmaken.
Verwondingsgevaar!
De klemhendel moet bij het zagen
met dwarsaanslag vastgetrokken
zijn.
Het voorzetprofiel kan door losmaken
van de kartelmoer (59) worden verscho-
ven of afgenomen.
6.7
Tafelverbreding instellen
De tafelverbreding breidt de steunvlakte
uit, zo dat ook grotere werkstukken vei-
lig worden gehouden.
NEDERLANDS
57
59
58
60
49