Oliefilter wisselen (Afbeelding X )
De oliefilter jaarlijks of alle 200 bedrijfsuren uitwisselen naar aanleiding van een oliewisseling (Bestelnummer: zie originele
reserveonderdelen en accessoires).
–
Olie afzuigen (zie oliewisseling).
–
Oliefilter (1) afschroeven.
–
De dichting van de nieuwe oliefilter licht inoliën met nieuwe, schone olie.
–
De oliefilter handvast opschroeven, tot de dichting de adapter van de oliefilter raakt. 1/2 tot 3/4 omwentelingen verder aanhalen.
–
In de olievulpijp kwaliteitsolie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
–
Oliepeilstok insteken en oliepeil controleren (zie afbeelding Y1 )!
–
De motor starten en in nullast laten lopen. Op ontwijkende olie controleren; evt. de filter vaster schroeven.
–
Het oliepeil opnieuw controleren en indien nodig olie bijvullen.
De oliefilter niet met het normale huisvuil verwijderen, maar alleen via openbare verzamelpunten of door een
geautoriseerde vakwerkplaats.
Schoonmaken resp. vervangen van de luchtfilter (Afbeelding W )
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerde luchtfilter starten of laten lopen.
–
Het luchtfilterdeksel (1) naar links draaien en afnemen.
–
Luchtfilterelement (2) voorzichtig verwijderen.
–
Filterelement (2) om de 25 bedrijfsuren reinigen.
Bij lichte vervuiling voorzichtig uitkloppen; bij sterke vervuiling of beschadiging vervangen. Het filterelement niet wassen,
niet met perslucht uitblazen en niet oliën.
–
Na het reinigen of vervangen het filterelement in de behuizing (3) plaatsen.
–
Luchtfilterdeksel (1) opzetten en naar rechts draaien.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) is reiniging na elke maaibeurt noodzakelijk. Het
filterelement jaarlijks of om de 300 bedrijfsuren vervangen.
(Bestelnr. filterinzetstuk zie originele vervangonderdelen en toebehoren)
Controle van de bougie (Afbeelding Y )
Om de slijtage van de bougie te controleren, bougiestekker aftrekken en de bougie losschroeven. Als de elektrode sterk
versleten is, dan dient de bougie te worden vervangen (bestelnummer: zie originele reserveonderdelen en accessoires).
De bougie kan eventueel ook met een staalborstel worden gereinigd. Vervolgens dient de elektrodeafstand te worden
NL
afgesteld op 0,7-0,8 mm. De bougie (op omkeerring letten) met de hand in de motor vastschroeven en met een dopsleutel
handvast monteren. Bougiestekker erop drukken. De bougie elk jaar vervangen.
Overwinteren van de motor volgens voorschrift (of bij langdurige stilstand)
–
Benzinetank leegmaken en motor zo lang laten draaien tot deze door gebrek aan brandstof automatisch afslaat.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker af.
–
Zolang de motor nog warm is, de olie afzuigen. Met verse olie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
–
Gras- en maaibezinksel van cilinder en koelribben, onder de motorkap en rondom de uitlaat verwijderen.
–
De maaier moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten bereik van kinderen worden bewaard.
All manuals and user guides at all-guides.com
22