18 VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE MAAIER
Regelmatige verzorging is de beste garantie voor een lange levensduur en storingvrije werking!
Gebruik uitsluitend originele onderdelen, want alleen deze staan borg voor veiligheid en kwaliteit!
Reiniging (Afbeelding A + O )
BELANGRIJK
ZVoor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden altijd de brandstofkraan en de beluchtingsklep (1) sluiten A , de
maaier op de rechterkant leggen of beter nog voor omhoog kantelen O (bougie naar boven), aangezien er anders
startmoeilijkheden kunnen optreden. Bij het omhoog kantelen van de maaier erop letten dat de uitwerpklep niet
beschadigd wordt. In opgetilde toestand de maaier beveiligen!
OPGELET
Bij het omhoog kantelen of op de zijkant leggen erop letten dat er geen olie of benzine uitloopt. Brandgevaar!
Vuil en grasresten direct na het maaien verwijderen. Voor de reiniging een borstel of doek gebruiken.
Model met motorrem: De mesbalk niet draaien, aangezien er anders motorolie in de carburateur/het luchtfilter gepompt
wordt en er startproblemen kunnen optreden.
OPGELET
De vingers niet in de openingen van het ventilatorhuis steken en de ventilator vasthouden. Als de mesbalk bij het
reinigen gedraaid moet worden, dan bestaat het gevaar dat de vingers tussen ventilator en ventilatorhuis bekneld
raken!
BELANGRIJK
Nooit met hogedrukreiniger of normale waterstraal de omgeving van de aandrijving, motordelen (zoals ontstekingssysteem,
carburateur enz.) afdichtingen en lagerplaatsen reinigen. Beschadigingen resp. dure reparaties kunnen het gevolg zijn.
Model met mesrem:
BELANGRIJK
Indien de onderkant van de maaier per ongeluk met water werd gereinigd, absoluut nog een keer de motor starten en het
maaiwerk inschakelen. Achterblijvend water kan onder bepaalde omstandigheden de constructiedelen (bijv. kogellagers)
beschadigen; daarom de koppeling enkele minuten laten lopen, opdat water wordt weggeslingerd van de constructiedelen.
NL
Opbergen
De machine moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten bereik van kinderen worden bewaard. Laat
de motor afkoelen voordat u de machine in gesloten ruimten opbergt.
Transport en beveiliging van het apparaat (Afbeelding N + N4 )
–
Als het apparaat moet worden gedragen, pakt u het voor vast aan de draaggreep (1) en achter aan de dwarsboom van
het bovenstuk van de duwboom (2) (zie afbeelding N ). Het apparaat kan bij het dragen ook aan beide kanten aan het
beschermframe (3) en onderstuk van de boom (4) worden vastgepakt.
Houd bij het optillen of dragen rekening met het gewicht van de machine (zie Technische gegevens). Het optillen van
zware gewichten kan problemen met de gezondheid veroorzaken.
Wij raden aan om het apparaat altijd met minstens twee personen op te tillen of te dragen, als er geen andere
hulpmiddelen ter beschikking staan.
Als het apparaat op een laadvloer wordt getransporteerd, moet voor het op- en afladen een laadbordes gebruikt worden.
OPGELET
Verwondingen vermijden! Bij het op- of afladen van de machine bijzonder voorzichtig te werk gaan.
Het wordt aangeraden om er bij het gebruik van een aanhanger op te letten dat deze is uitgerust met stabiele
zijwanden.
Om het apparaat vast te zetten mogen alleen de aangeduide punten aan het transportvoertuig gebruikt worden.
–
Het transportmiddel parkeren op vlakke ondergrond, opdat het apparaat niet kan wegrollen voordat het wordt vastgezet.
–
De grasvangzak uithangen en tijdens het transport apart vastmaken.
–
Het apparaat met toegelaten borgmiddelen (bijv. sjorriemen met spanelement) veilig bevestigen op of in het voertuig. Sjorriemen
zijn riemen van synthetische vezels. Elke sjorriem is gekenmerkt. Het etiket geeft belangrijke informatie over het gebruik.
–
Bij ladingen die kunnen rollen wordt aanbevolen om ze direct vast te sjorren met vier spanriemen. Daarvoor worden de
riemen direct aan de bevestigingspunten aan het apparaat (zie afbeelding N4 ) en in de vastsjorpunten op de laadvloer
bevestigd en licht voorgespannen.
All manuals and user guides at all-guides.com
18
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3