8. De modem is nu op het telefoonnummer van de gebruikte mobiele telefoon ingesteld. Deze instel-
ling blijft ook na het uitschakelen van het "SMS fencealarm" behouden.
Bij wijze van test kunt u het "SMS fencealarm" opbellen. Het relais
oproep even te reageren (groene LED
9. Om het radiozendapparaat operationeel te maken, moet nu – al naargelang de modus – de cor-
responderende configuratie-SMS (zie pagina 5) vanuit deze mobiele telefoon naar het "SMS fen-
cealarm" gezonden worden: als bevestiging wordt er een SMS met de actuele instellingen terug-
gezonden. Er kunnen te allen tijde nog andere nummers met schakel- en configuratieautorisatie
toegevoegd c.q. kunnen er in speciale gevallen ook andere instellingen en teksten overeengekomen
worden (zie SMS-commando's).
10. Zo nodig, legt u nu de accu's (geen
normale batterijen gebruiken!!!) in
c.q. verwijdert u het isolatieplaatje.
De laad-LED (
) flitst aan. Ze dooft
wanneer de accu's geladen zijn (na
ca. 2 h).
Aansluitingen
Stekker-
voedingseenheid
of 12V DC
Alarmcontact NC
26
1
dient bij iedere telefonische
gaat knipperen).
Alarmlamp / -sirene
schakelbare
contactdoos
Weideafrasteringapparaat
schakelbare
contactdoos
Instellingen
De schakelbare contactdozen (c.q. accuscha-
kelaars) hoeven slechts zo nodig aangesloten
te worden. In de bovenstaande afbeelding is de
maximale configuratie weergegeven. De stroom-
voorziening van het "SMS fencealarm" gebeurt
door middel van de bijgeleverde voedingseen-
heid of een bijkomende accu (12V DC).
OPGELET!!! Sluit de schakelbare contactdo-
zen enkel in of uit wanneer het aangesloten
weideafrasteringapparaat uitgeschakeld is.
In het andere geval kan het tot de beschadi-
ging van het "SMS fencealarm" komen.
Configuratie - SMS:
Zend een SMS met volgende karakters naar het alarmtoestel.
SLEUTELWOORD
Het uit vier cijfers bestaande
Gelieve ook op het verschil tussen het cijfer "0" en de letter "O" te letten.
Over het algemeen worden er enkel drukletters gebruikt.
SLEUTELWOORD
O1:0.I1:2.I2:4.V1:0.V2:1.S:1.PT:VOLGSCHAKELAAR AAN.E1:AFRASTERINGALARM.E2:230V.
De individuele commando's hebben volgende betekenis:
O1:0.
Uitgang 1 schakelt duurzaam om
(schakelbare contactdoos voor het weideafrasteringapparaat schakelt)
I1:2.
"Debouncing"-tijd ingang 1 = 2s
I2:4.
"Debouncing"-tijd ingang 2 = 4s
V1:0.
Alarm, wanneer ingang 1 geactiveerd is
V2:1.
Alarm, wanneer ingang 2 niet geactiveerd is
S:1.
Inschakel-SMS wordt gezonden
PT:VOLGSCHAKELAAR
AAN. Tekst voor inschakel-SMS
E1:AFRASTERINGALARM.
Tekst voor alarm-SMS
E2:230V.
Tekst voor SMS bij uitval van de bedrijfsspanning
Bij gebruikmaking van deze instellingen worden alle boodschappen gezonden naar de mobiele telefoon,
waarmee de configuratieoproep doorgevoerd werd.
Volgende functies staan ter beschikking:
- Bij een behoorlijke ontvangst van het mobiele telefoonnetwerk knippert de groene GSM-LED (
gelijkmatig (na ca. 1 minuut).
- Telkens na het inschakelen wordt er een SMS met de tekst "VOLGSCHAKELAAR AAN" gezonden.
- Bij een open alarmcontact (geen alarm geactiveerd) is de rode LED (
Bij beschikbare netspanning is de rode LED (
- Als het alarmcontact gesloten wordt, is de LED (
Er wordt een SMS met de tekst "AFRASTERINGALARM" gezonden.
- Een schakelbare contactdoos aan de alarmbus is normaliter uitgeschakeld. Bij een afrasteringalarm
wordt ze ingeschakeld en worden de daarop aangesloten alarmtoestellen geactiveerd.
- Als er accu's gebruikt worden, worden deze opgeladen.
Tijdens het laden is de gele LED (
) verlicht. Als de accu's geladen zijn, dooft de LED.
- Bij een uitval van de 230 V (of van de 12 V bedrijfsspanning ), dooft de LED (
Bij geladen steunaccu's wordt er een SMS met de tekst "230 V" gezonden.
- Een schakelbare contactdoos aan de schakelbus is na het inschakelen eveneens ingeschakeld. De
groene LED (
) is niet verlicht. Een telefonische oproep van de voor de configuratie gebruikte
mobiele telefoon schakelt de contactdoos uit (LED
schakelt ze weer in enz. Indien het elektrische afrasteringapparaat door middel van deze contactdoos
bediend wordt, kan het apparaat bij onderhoudswerkzaamheden via de mobiele telefoon in- en uit-
geschakeld worden. De volgende SMS-commando's schakelen de contactdozen eveneens:
SLEUTELWOORD
O1ON.
Schakelt de contactdoos uit
SLEUTELWOORD
O1OFF.
Schakelt de contactdoos in
- Ter controle van de werking kan er een SMS met de inhoud:
SLEUTELWOORD
ST?
naar het "SMS fencealarm" gezonden worden.
Het apparaat zendt vervolgens een SMS met de actuele instellingen terug.
vindt u op de printplaat in het alarmtoestel.
) (ingang 1) niet verlicht.
) (ingang 2) verlicht.
) verlicht en dooft het groene alarm LED (
).
is verlicht). Een nieuwe telefonische oproep
)
)
27