Installatie
• De aansluitkabel moet vrij hangen en niet door een lade worden
aangestoten.
• Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel met de
juiste kabel diameters behorend bij de aansluiting. De kabel
ommanteling moet van rubber zijn (bijvoorkeur type H05V2V2 of
H07V2V2).
• Voordat u het apparaat aansluit, dient u te controleren of het
voltage dat wordt aangegeven op het apparaat overeenkomt met
het voltage in uw huis.
• De aansluiting moet worden aangepast aan de stroom en de
zekeringen.
• Het apparaat mag niet via een stekkerdoos of verlengsnoer op
netspanning worden aangesloten, aangezien veilig gebruik van
het apparaat dan niet langer kan worden gegarandeerd.
• Na de installatie moeten de elektrische stroomvoerende en
geïsoleerde onderdelen tegen aanraking worden beschermd.
•
WAARSCHUWING!
Het niet gebruiken van schroeven of bevestigingsmiddelen voor
installatie zoals beschreven in het installatievoorschrift kan
leiden tot elektrische schok.
Gasaansluiting
• Gasaansluiting 1/2" ISO 228 / ISO 7-1 / EN 10226-1 (1/2" ISO 228
/ 1/2" ISO 228 alleen voor FR).
• De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften. Zie het toestellabel voor technische gasgegevens.
• Dit apparaat is niet aangesloten op een afzuiginstallatie of
afzuigapparaat voor verbrandingsgassen. Installer het apparaat
en sluit het apparaat aan in overeenstemming met de huidige
installatievoorschriften. Bijzondere aandacht moet geschonken
worden aan de relevante eisen ten aanzien van ventilatie.
36