Télécharger Imprimer la page

KRATOS SAFETY FA 60 007 01 Manuel D'instructions page 17

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
Sluit het verbindingsstuk van de wartel aan op een van de verankeringspunten (fig. 1) en sluit het verbindingsstuk van de spanningsindicator aan op het
tweede verankeringspunt (fig. 2). Controleer of de twee verbindingsstukken goed gesloten EN vergrendeld zijn.
Open de klemhendel (4) en houd deze open door de vergrendelingsknop (3) lichtjes aan te draaien. Controleer de sluiting van de 2 zijplaten van de
spanner (5 en 6). De 4 positioneringsassen (7) van de katrolzijplaat (6) moeten in hun geheel goed vastzitten aan de sluitingsplaat (5), waarbij de
sluitingsplaat moet worden dichtgedraaid door middel van de vergrendelingsknop.
Bij normaal gebruik dient u deze twee zijplaten niet te openen, maar een opening ervan is wel nodig tijdens controleoperaties.
a
Fig 3
Fig 4
Fig 1
Fig 2
Fig 3
Fig 4
Fig 5
Fig 1
Fig 2
Fig 5
Instelling van de spanning:
Zodra de veiligheidslijn is geïnstalleerd, moet de spanning vooraf worden gecontroleerd door handmatig aan het touw te trekken (aan de kant van de
eindknoop —fig. 3). De kam (8) en de klemhendel (4) moeten automatisch in contact komen met het touw. Haal de klemhendel (4) naar beneden en
pas door middel van een aangepaste sleutel net zolang spanning toe op de as voor de spanningsinstelling (1) tot de spanningsindicatorring (a) op de
spanningsindicator (2) vrij ronddraait (fig. 4). Zodra de spanningsindicatorring vrij ronddraait DEZE NIET VERDER AANDRAAIEN! Dit komt overeen
met een voorspanning op de lijn van ongeveer 0.5 kN
0.5 kN. Controleer tijdens het gebruik deze spanning regelmatig (rotatie van de spanningsindicatorring)
en stel deze indien nodig af zoals hierboven beschreven.
OPGELET! Probeer in geen geval de as voor de spanningsinstelling (1) los te draaien met de sleutel. De kam (8) biedt weerstand aan het losdraaien en
aan rotaties tegen de wijzers van de klok in. Losdraaien in deze richting kan rampzalige gevolgen hebben voor de werking van het systeem en de staat
van het touw.
Ontkoppeling:
Trek aan de klemhendel (4) om de veiligheidslijn te ontkoppelen (fig. 5). Maak het geheel los en doe de onderdelen terug in hun originele verpakking.
Laat de veiligheidslijn na een interventie niet geïnstalleerd. De veiligheidslijn kan maximaal voor één interventiedag worden geïnstalleerd.
Uit veiligheidsoverwegingen dient u vóór elk mogelijk gebruik te controleren of er geen obstakels zijn die een normale afwikkeling van het
valbeschermingssysteem, verbonden met het verankeringspunt, in de weg zitten. Controleer of de algemene positie een schommelende beweging in
geval van een val beperkt en of het werk wordt uitgevoerd op een manier die het valrisico op en de hoogte van een val beperkt.
Deze uitrusting dient alleen te worden gebruikt door opgeleide, bekwame personen in goede gezondheid of onder supervisie van een opgeleide en
bekwame persoon. Let op! Bepaalde medische condities kunnen de veiligheid van de gebruiker beïnvloeden. Neem in geval van twijfel contact op met
uw arts.
Wees u bewust van gevaren die de prestaties van uw apparatuur, en dus de veiligheid van de gebruiker, kunnen verminderen, als ze blootgesteld wordt
aan extreme temperaturen (< -30°C of > 50°C), bij langdurige blootstelling aan elementen (UV-stralen, vocht), aan chemische stoffen, aan elektrische
spanning, aan de torsies van het valbeveiligingssysteem tijdens het gebruik, aan scherpe randen, aan wrijvingen of snijden enz.
We raden u aan om voor en tijdens elk gebruik de benodigde maatregelen te nemen voor een eventuele redding in alle veiligheid.
Controleer vóór elk gebruik: de staat van het touw (geen kloven, geen brandplekken, geen slijtage, geen kern-/mantelverschuiving, geen belangrijke
vervorming van de kern), de staat van de kam, de zijplaten en de klemhendel (geen vervorming, geen scherpe randen, geen sporen van oxidatie), de
staat van de spanningsindicator (geen vervorming) en van de wartel (geen vervorming, geen scherpe randen). Schenk extra aandacht aan de touw-/
wartelverbinding.
Controleer tevens de staat van de verbindingsstukken (geen vervorming, geen scherpe randen, geen sporen van oxidatie) en in het bijzonder van de
werking (sluiting EN vergrendeling). In geval van twijfel over de staat van de uitrusting dient u de veiligheidslijn niet te gebruiken en/of terug te sturen
naar de fabrikant of een bekwaam persoon die door de fabrikant is aangewezen. Na een val of in geval van twijfel het product niet gebruiken en markeren
als BUITEN WERKING (zie de paragraaf CONTROLE).
De leesbaarheid van het merkteken van het product moet regelmatig worden gecontroleerd.
Het is verboden om een onderdeel van het apparaat te verwijderen, toe te voegen of te vervangen.
Chemische producten: stel het apparaat buiten werking in geval van contact met chemische producten, oplosmiddelen of brandstoffen die de werking
kunnen aantasten.
TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN:
Materiaal: Spanner: Legering van aluminium en roestvrij staal. Aanhechtingsringen / meelopende D-ringen: Staal. Wartel: Roestvrij staal. Touw en
verankeringsriemen: Polyester.
Gewicht: FA 60 007 01: 9,3 kg / FA 60 007 02: 10,2 kg.
Statische weerstand van het systeem > 21 kN.
KRATOS SAFETY verklaart dat de veiligheidslijn getest is volgens de normen EN 795:2012 Type C en TS 16415:2013 Type C.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL:
Deze uitrusting wordt gebruikt met een valstopsysteem zoals bepaald in de beschrijving (zie norm EN363) om te garanderen dat de energie die wordt
ontwikkeld tijdens de valstop lager is dan 6 kN. Een veiligheidsharnas (EN361) is de enige inrichting voor grip op het lichaam waarvan het gebruik is
toegestaan. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeveiligingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan hebben op een andere
veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus voor elk gebruik de raadgevingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLES:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar, maar deze kan toenemen of afnemen afhankelijk van het gebruik en/of de resultaten van de jaarlijkse
controles.
De uitrusting moet systematisch worden gecontroleerd in geval van twijfel, na een val en minimaal elke twaalf maanden door de fabrikant of een
competent persoon* die door de fabrikant gemachtigd is, en volgens de periodieke controlevoorschriften van de fabrikant (en meer in het bijzonder
de Inspectiegids ref. GI XX-XXXXXX-XX), om de weerstand en dus de veiligheid van de gebruiker te garanderen. De resultaten van de periodieke
inspectie moeten worden vermeld in het inspectierapport ENTECH01 (te downloaden op onze website). Het is aanbevolen de periodieke inspecties te
documenteren met een inspectierapport en foto's. De identificatieformulier moet (schriftelijk) aangevuld worden na iedere controle van het product; de
controledatum en de datum van de volgende controle moeten aangeduid worden op de identificatieformulier en het is ook raadzaam de datum van de
volgende controle aan te duiden op het product.
*: raadpleeg de definitie van bevoegde persoon op onze website in de rubriek: Technische informatie/advies
ONDERHOUD EN OPSLAG: (Strikt na te leven voorschriften)
Tijdens het vervoer houdt u de eenheid verwijderd van alle snijdende delen en bewaart u hem in zijn verpakking. Schoonmaken met water en zeep.
Afnemen met een doek en ophangen in een geventileerde ruimte zodat hij op natuurlijke wijze kan drogen en uit de buurt van elk open vuur of
warmtebron. Dat geldt ook voor onderdelen die tijdens het gebruik nat zijn geworden. Het apparaat moet in zijn verpakking opgeborgen worden in een
droge en geventileerde ruimte met gematigde temperatuur.
15

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Fa 60 007 02