De diepvriesketen niet onderbre-
¡
ken. Diepvriesproducten liefst in
een koeltas transporteren en snel
in het vriesvak leggen.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak
Neem de tips in acht als u levens-
middelen in het vriesvak inruimt.
Om grotere hoeveelheden verse
¡
levensmiddelen snel en voorzichtig
in te vriezen, deze in de bovenste
diepvrieslade leggen.
De levensmiddelen naast elkaar in
¡
de vakken of diepvriesladen leg-
gen.
In te vriezen levensmiddelen niet in
¡
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
Indien nodig diepgevroren levens-
middelen in het vriesvak verande-
ren van positie.
Voor een goede luchtcirculatie in
¡
het apparaat de diepvrieslade tot
aan de aanslag inschuiven.
Kleinere hoeveelheid levens-
middelen snel bevriezen
Neem de aanwijzingen in acht als u
een kleinere hoeveelheid levensmid-
delen snel wilt bevriezen.
De levensmiddelen van rechts be-
1.
ginnend in de tweede diepvriesla-
de van onderen leggen.
De levensmiddelen over een groot
2.
oppervlak verdelen.
Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen
Neem de tips in acht als u verse le-
vensmiddelen invriest.
Alleen verse en onberispelijke le-
¡
vensmiddelen bevriezen.
Voor het verbruik gekookte, gebra-
¡
den of gebakken levensmiddelen
zijn geschikter dan rauw te eten le-
vensmiddelen.
Om voedingswaarde, aroma en
¡
kleur te behouden, moet u bepaal-
de levensmiddelen voorbereiden
om in te vriezen.
– Groente: wassen, kleiner maken,
blancheren.
– Fruit: wassen, ontpitten en even-
tueel schillen, eventueel suiker
of ascorbinezuuroplossing toe-
voegen.
Meer aanwijzingen vindt u in de des-
betreffende literatuur.
Over het invriezen van geschikte
levensmiddelen
Brood en banket
¡
Vis en zeevruchten
¡
Vlees
¡
Wild en gevogelte
¡
Groente, fruit en kruiden
¡
Eieren zonder schaal
¡
Melkproducten, bijv. kaas, boter en
¡
kwark
Bereide gerechten en kliekjes, zo-
¡
als soep, stoofschotels, gaar vlees
en gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes
Over het invriezen van ongeschikte
levensmiddelen
Groentesoorten die meestal rauw
¡
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes
Ongepelde of hardgekookte eieren
¡
Wijndruiven/druiven
¡
Hele appels, peren en perziken
¡
Yoghurt, dikke zure melk, zure
¡
room, crème fraîche en mayonaise
Vriesvak nl
99