■
Sproei niet in de richting van mensen of dieren. Vermijd
sproeien op winderige dagen. Het sproeimateriaal kan
per ongeluk terechtkomen op planten of voorwerpen die
niet mogen worden besproeid. Sproei altijd in de richting
van de wind.
■
Schakel het apparaat onmiddellijk uit en verwijder de
accu in geval van een ongeluk of defect. Gebruik het
product niet opnieuw totdat het volledig is gecontroleerd
door een erkend onderhoudscentrum.
■
Als er geen nevel uit de sproeikop komt of de hoeveelheid
nevel vermindert, dan zijn de slang en het buissysteem
mogelijk geblokkeerd. Spoel en reinig alle onderdelen
van de slang en het buissysteem (sproeipistool, filter
in tank, sproeibuis, slang) met proper water. Blaas het
mondstuk of andere componenten nooit met uw mond
uit.
■
Vermijd
contact
met
plantcontrole. Wissel onmiddellijk van kleding wanneer
deze is verontreinigd met tuinchemicaliën. Houd
de sproeistof weg van de ogen. Als de sproeistof in
contact komt met de ogen, wast u ze onmiddellijk met
schoon water uit. Als de irritatie aanhoudt, raadpleegt u
onmiddellijk medische hulp.
■
Sproeistoffen kunnen schadelijk zijn indien ze worden
ingeademd of in contact komen met de huid of ogen.
Draag geschikte beschermende kledij en uitrusting
tijdens:
●
het vullen van de tank met sproeimateriaal
●
het sproeien
●
het maken van aanpassingen
●
het leegmaken en reinigen van de sproeitank
●
het verwisselen van sproeimaterialen
●
het onderhoud van het product
■
Alvorens het product te gebruiken, controleer altijd op
lekken en repareer indien nodig.
■
Controleer zowel de binnen- als buitenzijde van het
product zorgvuldig en inspecteer de onderdelen voor
elk gebruik. Controleer op gebarsten en verouderde
slangen, lekken, verstopte sproeikoppen en ontbrekende
of beschadigde onderdelen. Indien beschadigd, laat u
het product herstellen voor gebruik. Veel ongevallen zijn
veroorzaakt door slecht onderhouden producten.
■
Let op eventuele gevaren die worden veroorzaakt door
de chemische oplossingen. Volg altijd de instructies van
de fabrikant van de chemische stof voor het gebruiken,
verwerken en opslaan van het product.
■
Gebruik het product niet voor materialen waarvan de
gevaren onbekend zijn.
■
Zorg ervoor dat de sproeier veilig met het sproeihandvat
is verbonden voor u het product gebruikt. Indien
nodig, gebruikt u een tang om de sproeier aan het
sproeihandvat vast te maken.
■
Plaats het deksel van het sproeireservoir goed terug en
draai het vast, nadat u de vloeistof in het sproeireservoir
hebt gegoten.
■
Na langdurige opslag of na de winter, sproei eerst met
proper water. Controleer op lekken of scheuren.
■
Volg altijd de instructies van de fabrikant van de
chemische producten, afgedrukt op het productetiket
inzake gebruik, reiniging en opslag. Chemische
producten moeten buiten het bereik van kinderen
worden bewaard.
chemische
stoffen
voor
■
Gebruik het product niet in combinatie met ontvlambare
producten, zoals benzine of andere chemische stoffen,
met een vlampunt van minder dan 55 °C om brand- of
explosiegevaar te verminderen.
■
Bedien het product alleen bij temperaturen tussen 0 °C
en 40 °C.
■
Bewaar
het
product
omgevingstemperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
■
Verwondingen kunnen ontstaan, of verergeren, door
langdurig gebruik van het product. Wanneer u een
apparaat voor langere tijd achtereen gebruikt, neem dan
regelmatig een pauze.
DE OPLOSSING MENGEN
■
Meng de chemicaliën strikt volgens de instructies van de
producent. Onjuist mengen kan voor giftige dampen of
explosieve oplossingen zorgen.
■
Gebruik nooit onverdunde chemische stoffen voor
onkruidbestrijding.
■
Bereid de oplossing voor en vul het vat buiten of op een
goed verluchte plek.
■
Bereid niet meer oplossing dan nodig is voor de primaire
taak, zodat er niets overblijft.
■
Meng verschillende chemicaliën niet, tenzij dit mengsel
is toegestaan door de fabrikant.
HET VULLEN VAN DE CONTAINER
■
Zorg dat de container helemaal leeg en schoon is
voordat er een andere chemische stof wordt gebruikt.
■
Verwijder de accu voordat u de container vult. Veeg
eventuele gemorste hoeveelheden af voordat u de accu
installeert.
■
Plaats het product op een vlakke ondergrond en vul de
container niet verder dan de maximumaanduiding.
■
Dompel het einde van de slang niet in de chemische
oplossing als u de container uit de kraan vult. Een
plotselinge lage druk in het systeem kan ertoe leiden
dat de chemische oplossing wordt teruggezogen in het
waterreservoir.
■
Voer een test uit met schoon water voordat u de oplossing
in de container doet. Controleer alle onderdelen van het
product op lekkage.
■
Controleer na het vullen of de vuldop goed is gesloten.
■
Hang een label met daarop de naam van de gebruikte
chemische oplossing aan het product.
■
Chemische
oplossingen
gemengd en indien nodig met behulp van een trechter
in het sproeireservoir worden gegoten.
OPMERKING: Spoel en reinig grondig de maatbekers die
worden gebruikt voor het vullen van de tank en het mengen
van chemische oplossingen.
GEBRUIK
■
Werk enkel in open ruimtes en in goed geventileerde
locaties, zoals open serres.
■
Het gebruik binnenshuis is beperkt tot chemicaliën
die door de fabrikant van de chemicaliën worden
aanbevolen voor gebruik binnenshuis.
■
Pas de druk aan door aan de kegelsproeikop te draaien
of over te schakelen op een vlakstraalsproeikop.
Vertaling van de originele instructies
op
een
locatie
met
een
kunnen
vooraf
worden
31
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR