Gebruiksaanwijzing K-FTH-1012
4.3 Het apparaat inschakelen
Sluit de voedingskabel van de reageerbuisverwarmer aan op de K-APS-300-voeding.
Het oranje indicatielampje (3) gaat branden en er klinkt een korte toon wanneer de voeding wordt
ingeschakeld.
4.4 Opwarmen van het apparaat
1. Als de voeding is ingeschakeld en het apparaat nog niet tot de werktemperatuur is opgewarmd,
brandt het oranje indicatielampje (3) ononderbroken.
NB: Vanaf kamertemperatuur duurt het ongeveer vijf minuten voordat het apparaat is opgewarmd tot de
optimale werktemperatuur. Gedurende deze tijd brandt het oranje indicatielampje (3) ononderbroken.
2. Als het apparaat op de ingestelde werktemperatuur is gekomen, gaat het oranje indicatielampje (3)
langzaam knipperen. Het apparaat is nu gereed voor gebruik.
3. Gedurende het gebruik van het apparaat wordt de werktemperatuur met een thermostaat constant
gehouden.
4. Als de uitgangsspanning van de voeding te laag is, klinkt er een toon die aangeeft dat het
hulpmiddel mogelijk niet in staat is de ingestelde temperatuur te handhaven.
4.5 Plaatsing van reageerbuizen
5. De reageerbuisverwarmer is ontworpen voor Falcon® reageerbuizen uit de 2001-serie. Er kunnen
een of meer, maximaal zes, buizen tegelijk worden gebruikt.
6. Alle reageerbuizen moeten in de reageerbuisverwarmingscompartimenten (2) worden geplaatst via
de openingen in de bovenkant van het apparaat. De reageerbuis moet precies in het betreffende
reageerbuisverwarmingscompartiment (2) passen, zonder dat overmatige kracht hoeft te worden
uitgeoefend.
7. Er mag geen smeermiddel worden gebruikt op de buitenkant van de reageerbuis of in het
verwarmingscompartiment (2).
4.6 Het apparaat uitschakelen
8. Wanneer de stroomtoevoer naar de reageerbuisverwarmer wordt losgekoppeld, gaat het oranje
indicatielampje (3) uit. Ook klinkt er een korte toon om de gebruiker te waarschuwen dat de
9
stroomtoevoer is losgekoppeld.
5. Alarmtoestanden
De reageerbuisverwarmer gebruikt zowel geluids- als lichtindicaties om diverse toestanden aan te
duiden.
5.1 Apparaat onvoldoende verwarmd
Als het apparaat is ingeschakeld, maar niet op werktemperatuur is, brandt het oranje indicatielampje
(3) ononderbroken. In deze toestand mag het apparaat niet worden gebruikt.
5.2 Apparaat op werktemperatuur
Als het apparaat op de werktemperatuur is gekomen (+/- circa 1 °C) gaat het oranje indicatielampje (3)
langzaam knipperen. Het apparaat mag alleen in deze toestand worden gebruikt.
5.3 Oververhittingsalarm
Als de temperatuur van het apparaat hoger wordt dan de vooraf ingestelde temperatuur, wordt een
secundair veiligheidscircuit geactiveerd dat oververhitting van de inhoud van de reageerbuizen
voorkomt. In deze alarmsituatie gebeurt het volgende:
• Het oranje indicatielampje gaat uit en het apparaat wordt niet verder verwarmd.
• Er klinkt een ononderbroken toon totdat de temperatuur is gedaald tot de vooraf ingestelde
temperatuur.
NB: Als de omgevingstemperatuur hoog is, kan het oververhittingsalarm worden geactiveerd.
Het apparaat gaat pas weer verwarmen als de omgevingstemperatuur is gezakt tot onder de
vooraf ingestelde temperatuur. Het oververhittingsalarm wordt opnieuw geactiveerd wanneer de
temperatuur van het apparaat boven de vooraf ingestelde temperatuur komt. Deze cyclus wordt
telkens herhaald zolang de omgevingstemperatuur hoog blijft.
9-9
Nederlands