12Zich ervan verzekeren dat de spanningswaarde
•
die op het apparaat staat overeenstemt met die
van de energiebron waar u het apparaat op wilt
aansluiten.
13Het apparaat als het in werking is niet onbeheerd
•
achterlaten.
14Altijd de stekker uit het stopcontact halen voordat
•
er iets aan het apparaat gedaan wordt, als het apparaat
onbeheerd achtergelaten wordt
•
15Het apparaat nooit aan het elektrische snoer
voorttrekken of optillen.
16Het apparaat niet onderdompelen in water om het
•
apparaat schoon te maken en het apparaat ook niet
met waterstralen schoonmaken.
17I Het gebruik van het toestel in een vochtig
•
omgeving is niet toegelaat (bijv. badkamers).
18Zorgvuldig controleren of het snoer, de stekker
•
of delen van het apparaat beschadigd zijn en in
dat geval het apparaat absoluut niet gebruiken
maar zich tot de servicedienst wenden voor de
reparatie ervan.
20Indien er verlengsnoeren gebruikt worden zich
•
ervan verzekeren dat deze over droge oppervlakken
lopen
en
beschermd
waterspatten.
21Het gebruik van verlengstukken, verbindingstukken
•
en adaptors die niet conform de van kracht zijnde
normen zijn is niet toegestaan.
23Het apparaat moet altijd op een vlakke ondergrond
•
neergezet worden.
24Nooit met het apparaat werken als de filters die
•
geschikt zijn voor het doel waar u het apparaat voor
wilt gebruiken niet gemonteerd zijn.
25Het apparaat niet gebruiken voor het opzuigen van
•
water of andere vloeistoffen.
26Geen brandbare stoffen (zoals as uit de open
•
haard), explosieve, giftige stoffen of stoffen die
gevaarlijk zijn voor de gezondheid opzuigen.
27Het deksel van plaatsing van de motor niet
•
schoonmaken met water, maar allen met een
droge doek.
29Onderhoud en reparaties moeten altijd alleen
•
door vakmensen uitgevoerd worden; onderdelen
die eventueel kapot gaan mogen uitsluitend door
originele onderdelen vervangen worden.
•
30De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprakelijk
gesteld worden voor schade die veroorzaakt is aan
personen, dieren of voorwerpen tengevolge van het
feit dat deze aanwijzingen niet in acht genomen zijn
of dat het apparaat op een onverantwoorde manier
gebruikt is.
Alvorens de kop (A) van de romp (I) af te halen
moet u de slang (T1) verwijderen en de haken (G)
losmaken.
26
zijn
tegen
eventuele
Trek niet aan de waterslang die van de kop met
de motor (A) naar de tank (T) loopt.
GEBRUİK
STOFZUIGEN (DROOG ZUIGEN)
(se figurene ③)
- Plaats het filter (E) in de romp (I).
- Monteer de zuigkop (A) op de romp (I) en zet
deze met de haken vast (G).
- Steek de slang (L) in de zuigmond (H).
- Steek de verlengbuizen (M) in het uiteinde
van de slang (L) en sluit het meest geschikte
hulpstuk aan.
- Sluit het apparaat op een geschikt stopcontact
aan.
- Schakel de zuigfunctie in door op de
schakelaar (B) te drukken.
NAT ZUIGEN
(se figurene ④)
- Plaats het filter (C) onder de kop (A).
- Monteer de zuigkop (A) op de romp (I) en zet
deze met de haken vast (G).
- Steek de slang (L) in de zuigmond (H).
- Steek de verlengbuizen (M) in het uiteinde
van de slang (L) en sluit het meest geschikte
hulpstuk aan.
- Sluit het apparaat op een geschikt stopcon-
tact aan.
- Schakel de zuigfunctie in door op de schakela-
ar (B) te drukken.
REINIGEN MET SPROEI-EXTRACTIE SYSTEEM
Voorbereiding:
- Plaats het filter (C) onder de kop (A).
- Giet het reinigingsproduct in de tank (T).
- Monteer de zuigkop (A) op de romp (I) en zet
deze met de haken vast (G).
- Steek de waterslang (T1) in de tank (T). -
Steek de slang (L) in de zuigmond (H).
- Steek het uiteinde van de waterslang (U) in de
snelkoppeling op de kop (A)
- Steek het hulpstuk (P) in het uiteinde van de
slang (L) of steek de verlengbuizen (M) met de
hulpstukken (O en O1) erin.
- Klem de slangen (U1 en U2) met de speciale
.