o) Freewheel mode
To push the scooter by hand, disengage the auto-
matic brake (H) (F.22) by pushing the lever (M)
back until it is locked in position (m2) by the hook
(S).
To put the scooter back in drive mode push the le-
ver (M) forward into position (m1), where it must
remain locked by the hook (R).
WARNING
• If the automatic brake (H) (F.22) is not engaged,
it is not possible to activate the drive motor : this
is signalled by three short tones (beep).
• Never attempt to drive the scooter by motor if
the automatic brake is not engaged.
• To prevent that the scooter can roll on its own
uncontrollably, and therefore dangerously, ne-
ver disconnect the automatic brake (H) (F.22) if
the scooter is on an incline or decline.
o) Freilaufmodus
Zum manuellen Schieben des Rollers muss
die automatische Bremse (H) (F.22) durch
Vorwärtsschieben des Hebels (M) gelöst werden,
bis er in der Position (m2) durch den Haken (S)
eingerastet bleibt. Vor erneutem Fahren aktivieren
Sie die automatische Bremse erneut, indem Sie den
Hebel (M) in die Position (m1) bewegen, wo er
durch den Haken (R) eingerastet bleibt.
ACHTUNG
• Bei nicht aktivierter automatischer Bremse (H)
(F.22) ist es nicht möglich, den Motor zu akti-
vieren: dies wird durch drei kurze Pieptöne si-
gnalisiert.
• Versuchen Sie nie, den Roller mit nicht aktivier-
ter automatischer Bremse zu fahren.
• Zur Vermeidung von unkontrollierbarem
und daher gefährlichem selbständigen Rollen
des Rollers, deaktivieren Sie die automatische
Bremse (H) (F.22) nie, wenn sich der Roller auf
einer abschüssigen oder ansteigenden Fahrbahn
befindet.
M(m1)
R
H
o) Vrijwielstand
Om de scootmobiel met de hand te duwen, moet
de automatische rem (H) worden uitgeschakeld
(F.22) door de hendel (M) naar voren te duwen
totdat deze in de stand (m2) gehouden wordt door
de haak (S). Alvorens de scootmobiel opnieuw te
gebruiken met de motor, schakelt u de rem in door
de hendel (M) terug te zetten in de stand (m1)
waar hij geblokkeerd moet worden gehouden door
de haak (R).
LET OP
• Als de automatische rem niet is ingeschakeld,
kan de tractiemotor niet worden gestart. Dit
wordt gesignaleerd door drie korte geluidssi-
gnalen (pieptonen).
• Probeer nooit om met de scootmobiel te rijden
met de motor als de automatische rem (H)
(F.22) niet is ingeschakeld.
• Om te voorkomen dat de scootmobiel spontaan
ongecontroleerd kan gaan bewegen, mag de au-
tomatische rem niet worden uitgeschakeld als
de scootmobiel zich op een helling omhoog of
omlaag bevindt.
M(m2)
S
F.22