c) Check that the rocker switch (C) (F.20) is
pushed upwards so that the scooter is set for
running forward.
An intermittent beep will sound if the ro-
cker switch is pushed backwards (towards
the seat) i.e. if the scooter is set for running
rearward.
d) Check that the lever (M) of the brake (H)
(F.22) is locked in the position (m1) by the
hook (R).
The scooter will run only if the lever (M) is
locked in this position (m1).
e) To activate the scooter, press button D (F.20).
The scooter will be activated when any LED
light shows on the battery charge indicator
(G).
If the lever (M) of the brake (H) is not locked
in position (m1), the scooter cannot be acti-
vated. Three short tones (beep) will sound to
indicate that lever (M) is not in the correct
position.
f) To start and regulate the speed, push the
speed control lever (A) (F.20) down gradually.
To slow down or to stop the scooter release
the lever (A) (F.20).
g) When pushing the speed control lever (A)
(F.20) downwards, the brake (H) (F.22) is au-
tomatically released to allow the drive motor
to run.
When the speed control lever (A) (F.20) is
released, the brake (H) (F.22) automatically
engages and slowly stops the scooter.
The brake (H) also works as a parking brake.
M(m1)
R
H
c) Überprüfen Sie, ob der Kipphebel (C) (F.20)
nach vorne zeigt, so dass der Roller auf
Vorwärtsfahrt eingestellt ist. Auf jeden Fall
ertönt ein unterbrochener Piepton, wenn der
Rückwärtsgang eingelegt ist.
d) Überprüfen Sie, ob der Hebel (M) der
Bremse (H) (F.22) in der Position (m1) durch
den Haken (R) eingerastet ist.
Der Roller kann nur fahren, wenn der Hebel
(M) in der Position (m1) eingerastet ist
e) Drücken Sie auf den Knopf (D) (F.20), um
den Roller zu aktivieren. Der Roller ist akti-
viert, wenn eines der Lichter (LED) an der
Batterie-Ladestandsanzeige (G) leuchtet.
Wenn der Hebel (M) der Bremse (H) (F.22)
nicht in der Position (m1) eingerastet ist,
kann der Roller nicht aktiviert werden und
es ertönen drei kurze Signaltöne (Pieptöne),
um anzuzeigen, dass der Hebel (M) (F.22)
sich nicht in der richtigen Position befindet.
f) Drücken Sie den Gashebel (A) (F.20) al-
lmählich nach unten, um loszufahren und
die Geschwindigkeit zu regulieren. Zum Re-
duzieren der Geschwindigkeit bzw. zum An-
halten lassen Sie einfach den Hebel (A) (F.20)
los.
g) Beim Herunterdrücken des Gashebels (A)
(F.20) wird die Bremse (H) (F.22) automa-
tisch gelöst, so dass der Antriebsmotor lau-
fen kann.
Wenn der Gashebel (A) losgelassen wird,
wird die Bremse (H) (F.22) automatisch akti-
viert und bringt den Roller langsam zum
Stehen.
M(m2)
Die Bremse (H) dient ebenso als Fest-
stellbremse.
S
F.22
c) Controleer of de tuimelschakelaar (C) (F.20)
naar voren is gezet waardoor de scootmobiel
klaar is om vooruit te rijden. In elk geval
waarschuwt een geluidssignaal met tussen-
pozen (pieptoon) dat de scootmobiel is inge-
steld op achteruit rijden.
d) Controleer of de hendel (M) van de rem (H)
(F.22) geblokkeerd is in de stand (m1) van de
haak (R).
De scootmobiel kan alleen worden gestart
als de hendel (M) geblokkeerd is in de stand
(m1).
e) Druk op de knop (D) (F.20) om de scootmo-
biel te activeren. De scootmobiel is actief als
een van de lampjes (leds) van de oplaadindi-
cator (G) van de accu brandt.
Als de hendel (M) van de rem (H) (F.22)
niet geblokkeerd is in de stand (m1), wordt
de scootmobiel niet geactiveerd en waar-
schuwen drie korte geluidssignalen (piepto-
nen) dat de hendel (M) (F.22) niet in de juiste
stand staat.
f) Om weg te rijden en de snelheid te regelen
duwt u geleidelijk tegen de snelheidshendel
(A) naar beneden (F.20).
Om de scootmobiel te vertragen of te stop-
pen laat u de hendel (A) los (F.20)
g) Als u de snelheidshendel (A) (F.20) omlaag
duwt, schakelt de rem (H) (F.22) automatisch
uit zodat de scootmobiel kan rijden. Als de
hendel (A) wordt losgelaten, schakelt de rem
(H) (F.22) automatisch in en stopt de scoot-
mobiel geleidelijk. De rem (H) functioneert
ook als parkeerrem.