De sproeiers plaatsen/vervangen
Gebruik voor het verkrijgen van een goede materiaalstructuur bij voorkeur
tweemaal de diameter van de grootste korrelgrootte.
1. Druk op de trekker (4) en vergrendel de trekker terwijl deze wordt ingedrukt
met behulp van de trekkervergrendeling (5).
2. Draai de borgring (3) tegen de klok in los van de schroefdraad aan de
voorkant van het spuitpistool. Verwijder het geïnstalleerde mondstuk en
vervang het door het vereiste mondstuk (14), (15) of (16).
3. Schroef de borgring met ingestoken mondstuk weer op de schroefdraad van
het spuitpistool.
4. Laat de trekkerstop los.
Consistentie van het coatingmateriaal
Voor goede spuitresultaten is het essentieel om het coatingmateriaal te roeren
tot een gladde en klontvrije consistentie. Zorg ervoor dat het coatingmateriaal
stroperig is, maar niet te dik, zodat het lichtjes naar beneden kan glijden in het
trechterpistool.
Zorg er bij gebruik van textielpleister (bijv. katoenafwerking) voor dat de massa
viskeus (pasteuze) is. Om de consistentie te controleren, kantelt u een
kunststof vlakspaan tot ca. 45° en breng wat coatingmateriaal aan op de troffel.
De massa moet langzaam naar beneden glijden.
Meng het coatingmateriaal niet tot een dunnere consistentie als een fijne
oppervlaktestructuur gewenst is. Gebruik in dit geval bij voorkeur een kleiner
mondstuk of stel een hoger luchtvolume in.
Opmerking: Bereid het coatingmateriaal niet voor in de trechter (13) van het
pistool. Laat het in plaats daarvan in een aparte container bereiden. Neem
altijd de meegeleverde aanwijzingen van de fabrikant van het coatingmateriaal
in acht.
Operatie
1. Reinig het te coaten oppervlak (plafond, wanden). De ondergrond moet
schoon, droog en vet- en stofvrij zijn.
2. Installeer de plastic trechter (13) op het pistoolhuis en zet deze goed vast
met de slangklem (1).
3. Controleer voordat u aan het werk gaat de trekker (4) en zorg ervoor dat
deze vrij kan bewegen.
4. Met de afsluiter (6) kunt u de luchttoevoer onderbreken en inschakelen.
5. Het trechterspuitpistool is voorzien van een R¼" luchtinlaat (8). Verbind voor
uw eigen veiligheid het spuitpistool niet permanent met de luchtslang, maar
gebruik in plaats daarvan een snelkoppeling (7). Dicht het uiteinde van de
snelkoppeling af met een of twee lagen teflontape. De lucht moet worden
28