Calista Condens 1 CH 25 BN - code 026601
Toegang tot de klemmenstrook:
-
Het deksel van de ketel verwijderen.
-
Het bedieningsbord omkantelen.
De aansluitingen uitvoeren volgens de schema's fig. 26
en 27
De kabels (stroomvoeding, en circulatiepomp) langs de
draaddoorgangsgaten op het achterste van de ketel
binnen laten komen.
Aansluitklem brander (5 contacten)
•
Uurteller: klemmen 4 (B4), 1 (neutraal) en 3 (aarde).
Klemmenstrook (18 contakten)
kring 1
•
Circulatiepomp verwarming: klemmen 7,8 en 9.
kring 2 (optie hydraulische kit 2de kring)
•
Circulatiepomp verwarming: klemmen 14, 15 en 16.
•
Veiligheid te weinig water: klemmen 4 en 5 - Op
voorhand de shunt (4-5) verwijderen.
•
Voedingskabel: klem 1 (blauw), 2 (Groen/geel) en
3 (rood).
Electrische voeding
Gebruiksspanning 230V ~ 50 HZ,
Aarde minder dan 30 ohms
Faze beschermd door een smeltzekering van 5A
-
Gebruik een soepele kabel van 3 x 0,75 mm
van het type H05VV-F.
-
De draadklemmen gebruiken om iedere toevallige
uitschakeling te vermijden.
De aardingsdraad moet langer zijn tussen zijn
aansluitklem en de draadklem dan de 2 andere draden.
De draadklem kan in ook welke kant gebruikt worden
volgens het aantal of de dikte van de kabels.
De lijnen voor aansluiting op de servomotor(en), op de
brander en op de pompen verdragen de netspanning.
De kabels met de draadklemmen vastdraaien, om
iedere toevallige uitschakeling te vermijden.
2.14 Verificatie en inwerkingstelling
•
De installatie spoelen en de dichtheid ervan
kontroleren.
•
De installatie met water vullen.
F
Belangrijk !
- Gedurende het vullen van de installatie, niet de
c i r c u l a t i e p o m p
afblaaskranen openen van de installatie ten
e i n d e d e l u c h t t e v e r w i j d e r e n v a n d e
kanalisaties.
- De afblaaskranen sluiten en het water laten
bijkomen totdat de druk van de kringloop (1,5
tot 2) bar bereikt.
•
De warmtewisselaar ontluchten (kent. 11, fig. 9).
Gebruiksaanwijzing "1271"
2
minimum
l a t e n
d r a a i e n ,
a l l e
Calista Condens 1 CH 35 BN - code 026599
2
Figuur 24 - Toegang tot de klemmenstrook
Figuur 25 - Deblokkering van de circulatiepomp
•
De klassieke verificaties uitvoeren van de brander en
zijn energie aanvoer.
•
De goede inplanting van de turbulatoren kontroleren.
•
De goede hechting van de elektrische aansluitingen op
de aansluitklemmen controleren.
•
Het toestel op het net aansluiten en inschakelen (zie
instrukties voor de gebruiker).
•
Er wordt aanbevolen om bij de indienststelling te
controleren of de circulatiepomp(en) vrij draaien
(fig. 25).
1
17