AANSLUITING VAN DE AFVOERSLANGEN
Steek de afvoerslang in een afvoerpijp met een minimale diameter van 4 cm of laat hem in de
spoelbak lopen, waarbij u erop moet letten dat hij niet geknikt of platgedrukt is. De hoogte van de
afvoerslang moet minder dan 1000 mm bedragen. Het vrije uiteinde van de slang mag niet worden
ondergedompeld in water om terugstromen in de slang te voorkomen.
Zet de afvoerslang stevig vast in positie A of B.
Werkplaat
Achterzijde van de
vaatwasser
A
B
Afvoerslang
Watertoevoer
Ø 40 mm
Afvoerpijp
Hoofdkabel
Overtollig water uit de slangen afvoeren
Als de spoelbak 1000 mm hoger is dan de vloer, kan het overtollige water in de slangen niet direct
in de spoelbak worden afgevoerd. In dit geval moet het overtollige water uit de slangen worden
afgevoerd in een kom of een geschikte bak die zich buiten de gootsteen bevindt en lager dan de
gootsteen.
Waterafvoer
Sluit de waterafvoerslang aan. De afvoerslang moet correct worden gemonteerd om waterlekken te
voorkomen. Zorg ervoor dat de waterafvoerslang niet geknikt of platgedrukt wordt.
35