installatie
Plaatsing
Het apparaat detecteert de ruimtetemperatuur,
dus bij het kiezen van de juiste installatieplaats
dient u met het volgende rekening te houden.
Plaats het ver van warmtebronnen vandaan
(verwarmingselementen, zonnestralen, open
haard enz.) en uit de tocht of ver van openingen
naar buiten toe, aangezien deze de waarne-
ming zouden kunnen beïnvloeden. Het moet
op ca. 1,50 m hoogte boven de vloer worden
geïnstalleerd.
LET OP!
De installatie moet door gekwalificeerd
technisch personeel worden uitgevoerd.
Voordat u eender welke aansluiting uit-
voert, moet u de elektrische voeding naar
het verwarmingstoestel uitschakelen door
middel van de externe dubbelpolige scha-
kelaar. Installeer het product in een omgeving
met een normaal vervuilingsniveau.
Wandmontage
- Monteer de steunplaat indien nodig aan de
meegeleverde schakelkast (afb. 10).
- Maak de bevestigingsbasis van de kamer-
thermostaat los door enige druk uit te oefe-
nen op het lipje onderaan (afb. 11).
- Bevestig de basis op de vooraf gekozen
plaats aan de wand met behulp van de mee-
geleverde pluggen en schroeven (afb. 12).
Elektrische aansluiting op het verwar-
mingstoestel.
GEBRUIK EEN AFGESCHERMDE KABEL OF
EEN GETWIST PAAR OM INTERFERENTIE-
PROBLEMEN TE VOORKOMEN.
- Steek de kabels in de daartoe voorziene
spleet en sluit ze aan op de klemmen B en T.
- Zodra de kabels zijn aangesloten, plaatst u
de kamerthermostaat terug door het boven-
ste deel eerst in te schuiven en het vervol-
gens naar beneden te draaien en voorzich-
tig naar de wand toe te drukken.
- Sluit de kabels van de kamerthermostaat
aan op de BUS-klem van het klemmenblok
van het verwarmingstoestel (afb. 13).
- Schakel de stroom naar het verwarmings-
toestel in.
Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
T
B
klemmenblok
BUS
verwarmingstoestel
Afb. 13
NL - 17