Bediening
39
Bediening
Centrale en decentrale toetsenbediening
(zie abf. 4)
Inschakelen
●
Impulsdrukker-nevenpost kort aantippen.
De laatst ingestelde lichtsterkte-waarde (memorywaarde)
wordt automatisch ingesteld.
Inschakelen met donkere start-functie
●
Impulsdrukker-nevenpost ingedrukt houden.
De dimmer start met de basislichtsterkte en dimt richting
"lichter", zolang de toets wordt ingedrukt.
Dimmen
●
Impulsdrukker-nevenpost ingedrukt houden.
De dimmer verandert de lichtsterkte van de aangesloten
lichtinstallatie. Met iedere stop wordt de dimrichting
omgekeerd. Bij een maximale lichtsterkte stopt de dimmer,
bij een minimale verandert de dimrichting.
DUT
96