8 Inspectie en onderhoud
8.4.3 Functiecontrole van de rookgassensor
De Vaillant atmoTEC pro/atmoTEC plus is uitgerust met
een rookgassensor. Bij een niet deskundig geïnstalleerd
rookgasafvoersysteem schakelt deze bij het uitstromen
van rookgas in de plaatsingsruimte het toestel uit.
Voor registratie en bewaking van de rookgastempera-
tuur is de stromingsbeveiliging uitgerust met twee tem-
peratuurvoelers. Een van beide temperatuurvoelers
bevindt zich binnen de stromingsbeveiliging en regi-
streert de rookgastemperatuur. De tweede tempera-
tuurvoeler is aangebracht op de uitlaat aan de achter-
kant van de stromingsbeveiliging naar de plaatsings-
ruimte.
Wanneer rookgas in de plaatsingsruimte stroomt,
stroomt heet rookgas langs deze temperatuurvoeler.
De verhoging van de voelertemperatuur wordt geregi-
streerd en leidt tot automatisch uitschakelen van de
brander. Het opnieuw inschakelen van het toestel
geschiedt automatisch ca. 15 – 20 minuten na een uit-
schakeling.
Herhaalt de uitschakeling zich tijdens een ononderbro-
ken warmtevraag twee keer, dan schakelt het toestel
vergrendelend uit. Op het display verschijnt de storings-
melding "F.36".
De ontgrendeling en hernieuwde inbedrijfstelling
geschiedt door op de resettoets te drukken.
Mocht het toestel echter 3 keer op rij uitgeschakeld wor-
den, dan mag het niet meer in werking worden gesteld
zonder de volgende functiecontrole.
Functiecontrole:
>
Sluit het rookgastraject af met een Vaillant rookgas-
waaier.
i
De Vaillant rookgaswaaier is verkrijgbaar als
reserveonderdeel (nr. 990 301). Het gebruik is
beschreven in de bijgeleverde gebruiksaanwij-
zing.
>
Stel het toestel in werking.
Het toestel moet binnen 5 minuten automatisch uitscha-
kelen.
Het automatisch opnieuw inschakelen van het toestel
geschiedt ca. 15 – 20 minuten na het uitschakelen.
Gedurende deze tijd is de brander geblokkeerd.
Door op de resettoets te drukken kan het toestel weer
in gebruik worden genomen.
a
Gevaar!
Gevaar voor vergiftiging door uitstromende
rookgassen!
Wanneer de rookgassensor meerdere keren
binnen korte tijd uitschakelt, werkt het toestel
niet zoals het hoort.
>
In dat geval mag u het toestel niet in
bedrijf nemen!
38
8.5
Elektronica en display vervangen
a
>
Neem goed nota van de montage- en installatiehand-
leidingen die bij de reserveonderdelen zijn meegele-
verd.
Vervanging van display of elektronica
Als u slechts één van de beide componenten vervangt,
gebeurt de aanpassing van de parameters automatisch.
Het nieuwe component neemt bij het inschakelen van
het toestel de vooraf ingestelde parameters over van
het component dat niet is vervangen.
Vervanging van display en elektronica
Als u beide componenten vervangt (in het geval van
reserveonderdelen) gaat het toestel na het inschakelen
op storing en geeft de storingsmelding "F.70" weer.
>
Voer op het tweede diagnoseniveau onder het diag-
nosepunt "d.93" het nummer van de toestelvariant in
volgens tabel 8.2 (zie deel 9.1.2).
De elektronica is nu ingesteld op het toesteltype en de
parameters van alle instelbare diagnosepunten komen
overeen met de fabrieksinstellingen.
Toestel
atmoTEC pro
atmoTEC plus
atmoTEC plus
Tabel 8.2 Nummers van de toestelvarianten
Installatie- en onderhoudshandleiding atmoTEC pro, atmoTEC plus 0020029204_03
Gevaar!
Gevaar voor letsel en materiële schade
door het niet naleven van de veiligheids-
aanwijzingen!
>
Lees voor de vervanging van het compo-
nent de veiligheidsaanwijzingen in para-
graaf 8.2.
VUW BE 240/3-3
VU/VUW BE 240/3-5
VU/VUW BE 280/3-5
Nummer van de
toestelvariant
Aardgas: 21
Vloeibaar gas:
46
Aardgas: 23
Vloeibaar gas:
48