Apparaat kalibreren
5.1
Verse lucht kalibratie uitvoeren
Kalibreer het apparaat met verse lucht, vrij van meetgassen of
andere storende gassen.
Bij de verse lucht kalibratie wordt het nulpunt van de sensor op
0 gekalibreerd.
1. Apparaat inschakelen.
2.
-toets drie keer indrukken, totdat het symbool voor verse lucht
kalibratie »
« verschijnt.
3.
-toets indrukken, om de verse lucht kalibratie te starten.
OK
De meetwaarden knipperen.
Wanneer de meetwaarden stabiel zijn:
4.
-toets indrukken om de kalibratie uit te voeren.
OK
Afwisselend worden de huidige gasconcentratie en » OK «
weergegeven.
5.
-toets indrukken om de kalibratiefunctie te verlaten of ca.
OK
5 seconden wachten.
Als een storing is opgetreden tijdens de verse lucht kalibratie:
Het storingssymbool »
meerwaarde wordt voor de betreffende sensor »
weergegeven.
Verse lucht kalibratie herhalen.
Vervang de sensor indien nodig, zie Technisch Handboek.
94
All manuals and user guides at all-guides.com
« verschijnt en in plaats van de
5.2
Standaard-gevoeligheidskalibratie uitvoeren
VOORZICHTIG
!
Adem het testgas nooit in. Gevaar voor uw gezondheid!
Volg de gevareninstructies van de betreffende
veiligheidsinformatiebladen op.
AANWIJZING
i
i
Houd de lengte van de slang zo kort mogelijk om adsorptie-
effecten te minimaliseren (maximale lengte van de slang: 1 m).
Dräger beveelt het gebruik van PTFE-slangen aan.
Bij de kalibratie van de gevoeligheid wordt de gevoeligheid van de
sensor ingesteld op de waarde van het testgas.
1. Plaats de kalibratieadapter (68 06 291) op de sensorkap.
2. Sluit de testgasbron aan op de kalibratieadapter.
3. Leid het testgas naar een afzuiging of naar buiten (sluit de slang
aan op de tweede aansluiting van de kalibratieadapter).
4. Apparaat inschakelen.
5.
-toets indrukken en 5 seconden ingedrukt houden om het
«
kalibratiemenu op te roepen.
6. Voer het wachtwoord in (wachtwoord bij levering = 001).
7. Met de
-toets de functie standaard- gevoeligheidskalibratie
»
« selecteren.
Het symbool voor standaard-gevoeligheidskalibratie knippert.
8.
-toets indrukken, om de gevoeligheidskalibratie te starten.
OK
De gasnaam knippert.
9. Met
-toets bevestigen.
OK
De kalibratiegasconcentratie wordt weergegeven.
10.
-toets indrukken om de kalibratiegasconcentratie te bevestigen
OK
of met de
-toets de kalibratiegasconcentratie wijzigen en
afsluiten door op de
OK
De ingestelde kalibratiegasconcentratie knippert.
11.
-toets indrukken, om de ingestelde waarde te bevestigen.
OK
-toets te drukken.
Dräger X-am 5100