Probleem
Het apparaat maakt lawaai.
Het lampje werkt niet.
De compressor werkt continu.
Er loopt water over de achter-
kant van de koelkast.
Er loopt water in de koelkast.
Er ligt water op de vloer.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
8
All manuals and user guides at all-guides.com
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Het lampje staat in de stand
stand-by.
Het lampje is stuk.
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed gesloten.
Tijdens het automatische ont-
dooiproces, ontdooit de rijp te-
gen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt.
Producten verhinderen dat het
water in de wateropvangbak
loopt.
De dooiwaterafvoer is niet aan-
gesloten op de verdamperbak
boven de compressor.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
De deur is te vaak geopend.
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Oplossing
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Sluit en open de deur.
Zie 'Het lampje vervangen'.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
Zie 'De deur sluiten'.
Dit is juist.
Reinig de waterafvoer.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Conserveer minder producten
tegelijk.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.