2. Montagehandleiding
Compatibiliteit
Voor een optimaal rendement van de installatie
moeten de inwendige onderdelen aangepast zijn
aan de warmte- en koudebehoefte van de kamer.
De inwendige onderdelen kunnen worden
aangesloten aan koudwatersystemen en
warmtepompen. De goede werking is hier vooral
afhankelijk van de dimensionering van de installatie
en van de inwendige onderdelen.
Deze handleiding beschrijft de installatie van Stiebel
Eltron klimaatconsoles in combinatie met Stiebel
Eltron warmtepompen en Stiebel Eltron koudwa-
tersystemen.
Bepalingen en normen
Tijdens de opstelling en installatie moeten volgende
bepalingen en normen worden nageleefd.
elektrisch:
NEN 1010 bepaling voor het bouwen van
sterkstroominstallaties tot 1000 V
VDE 0701 bepalingen voor de herstelling, wijziging
en controle van gebruikte elektrische toestellen
TAB Technische aansluitvoorwaarden voor
aansluiting op het laagspanningsnet
Aanvullende bepalingen van de bevoegde electri-
citeitsmaatschappij
algemeen:
Het toestel voldoet aan volgende richtlijnen,
bepalingen en normen:
EMC-Richtlijn 89/336/EEG
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG
92/31/EEG ; 93/68/EEG ; EN 60335-2-40
EN 55014-1 ; EN 55014-2 ; EN 60555-2
(voor de vakman)
Leveringsomvang en
toebehoren
ACTH 20
18 98 20
ACTH 40
18 98 21
ACTH 50
18 98 22
Toebehoren:
Console ACTH
Ander leverbaar toebehoren zie actuele prijslijst.
Aanbevolen toebehoren ter plaatse:
Flexibele slang 3/4" x 300 mm (2 stuks)
Beschrijving van het toestel
-
Microcomputer-gestuurde klimaatconsole in
kofferformaat
-
Het toestel is bedoeld voor de functie "koelen/
verwarmen".
-
De bediening gebeurt met het
bedieningspaneel in het toestel.
-
Het bedieningspaneel kan ook buiten het
toestel op de muur worden gemonteerd.
-
Verschillende toestellen kunnen in een
netwerk worden geschakeld met slechts
één bedieningsgedeelte (bijv. voor
kantoorverdiepingen).
Verwarmingswerking
Via de warmtewisselaar wordt warmte afgegeven
aan de kamerlucht. Door de ventilator met drie
standen wordt de kamerlucht constant gecirculeerd
en door de onderaan in het toestel ingebouwde
filter gereinigd. Door de luchtcirculatie wordt een
aangename temperatuurverdeling in de kamer
gerealiseerd.
Koelwerking
Via de warmtewisselaar wordt warmte onttrokken
aan de kamerlucht en via het leidingsysteem
naar de koudwatergenerator gevoerd. Daardoor
kan er soms condenswater ontstaan op de
warmtewisselaar binnenin het toestel, dat via een
condensaatleiding moet worden afgevoerd.
Uit te voeren werken
Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische onderdelen in de toestellen staan
onder spanning en ventilatormotoren kunnen
automatisch starten. Daarom mogen de
toestellen enkel worden geïnstalleerd, hersteld en
onderhouden door geschoold en gekwalificeerd
personeel. Ongeschoold personeel kan eenvoudige
18 98 61
onderhoudswerken uitvoeren, bijv. reinigen van de
warmtewisselaars of reinigen en vervangen van de
filters. Tijdens werken aan het toestel moet rekening
worden gehouden met alle veiligheidsaanwijzingen
in de montage- en gebruikshandleidingen, op
etiketten en stickers op het toestel. Alle relevante
normen en richtlijnen moeten worden opgevolgd.
Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Voor
soldeer- en lossoldeerwerken een branddeken en
een brandblusapparaat bij de hand houden.
Als deze installatieaanwijzingen niet worden
opgevolgd of als wijzigingen worden aangebracht in
de elektrische aansluitingen, kan Stiebel Eltron niet
aansprakelijk worden gesteld en vervalt de garantie.
Er moet worden nagegaan of de stroomvoorziening
naar het toestel onderbroken is voor gelijk welke
onderhoudswerken aan het toestel worden
uitgevoerd. Elektrocuties kunnen tot verwondingen
leiden.
Eventueel in het toestel aanwezige regelaars of
begrenzers mogen nooit worden gewijzigd, want
hierdoor kan de veiligheid van de installatie in het
gedrang komen.
Vermijden ...
Zorg ervoor dat de luchttoevoer of -afvoer niet
wordt geblokkeerd.
Lokalen met olie- en vetdampen of andere
agressieve stoffen (oplosmiddelen).
Losse elektrische aansluitingen.
Koudebruggen in de isolatie vermijden.
Condensatie kan afdruppelen en indirecte schade
veroorzaken.
Aansluiting van de condensaatafvoerleiding met
een geschikte sifon. Voor voldoende, vorstvrije en
continue afvoer zorgen.
29