Montage- en veiligheidsinstructies
•
Het beschreven apparaat dient uitsluitend voor de ontvangst van digitale, terrestrische televisie- en radio-
signalen uit het VHF (Band III)- en UHF-bereik in binnenruimten.
•
Ieder ander gebruik of niet-inachtneming van deze gebruiksaanwijzing leidt tot het verlies van de garantie-
aanspraak.
•
De apparaten mogen uitsluitend in droge binnenruimten worden gemonteerd. Niet op of tegen licht ontvlam-
bare materialen monteren/plaatsen.
•
De veiligheidsvoorschriften van de actuele versie van norm EN 60065 moeten in acht worden genomen.
•
De antenne en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed! Eventueel overgebleven montagetoebehoren uit
de buurt van kinderen houden (verstikkingsgevaar door inslikken van onderdelen).
•
Bescherm het apparaat tegen vocht, druppel- en sproeiwater. Plaats de antenne niet in de buurt van de
verwarming of open vuur (bijv. kaarsen: brandgevaar!). Stel het apparaat niet gedurende lange tijd bloot
aan direct zonlicht buiten.
•
De voeten van het apparaat kunnen bij gevoelige of behandelde meubeloppervlakken kleurveranderingen
veroorzaken. Plaats ook de antenne op een geschikte ondergrond.
•
Bij wandmontage: Voordat u gaten boort, dient u te controleren of er geen elektrische leidingen in de muur
lopen. Levensgevaar door elektrische schok!
•
De antenne mag uitsluitend met de toegestane spanning van 5 V worden gebruikt. Bij aansluiting van een
receiver of televisie die niet geschikt is voor DVB-T (zoals een satellietontvanger), kan de antenne door
een te hoge voedingsspanning onherstelbaar worden beschadigd.
Opstelling, aansluiting en ingebruikneming
1. Verbind de antenne via de meegeleverde coaxkabel met
de receiver of het tv-toestel. Vraag eventueel uw speci-
aalzaak om informatie over de polarisatie van de uitge-
zonden signalen in uw ontvangstgebied.
2. Sluit de ontvanger aan op het televisietoestel (meer in-
formatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de ontvan-
ger) en schakel ze in. Zet het televisietoestel op de AV-
modus indien het toestel zichzelf niet automatisch hierop instelt.
3. Controleer via het instelmenu van de ontvanger of de stroomvoorziening van de antenne via de coaxkabel is ingescha-
keld.
4. Nu zou de ontvangst van DVB-T programma's mogelijk moeten zijn.
Optimalisering
Als de ontvangst gestoord is, draait u de antenne iets of
verandert u de polarisatierichting door de antenne opzij te
kantelen; controleer de ontvangstkwaliteit opnieuw.
Als er geen optimale ontvangst mogelijk is, zet u de anten-
ne op een andere plaats (aanbeveling: antenne vlak bij een
raam opstellen) en herhaalt u de bovenstaande stappen.
In de directe omgeving van de zender is het mogelijk dat
de ontvangst nadelig wordt beïnvloed doordat het signaal
te sterk is. In dit geval dient u de antenne niet te dicht in de
buurt van een raam te plaatsen.
2 / 3