Nederlands
Verzeker uzelf van de juist afstand tussen de kookplaat en afzuigkap. Zie hoofdstuk
1. Maak de omgeving goed schoon voordat u met de installatie begint, om te voorkomen dat stof of andere resten in de kap terecht
kunnen komen.
2. Let er op dat de afvoerpijp niet in aanraking of in de buurt komt van gasleidingen en/of leidingen welke heet kunnen worden.
3. Zorg ervoor dat de afvoerpijp zo recht mogelijk is. In geval van een bocht mag de hoek niet het maximum van 120
overschrijden.
4. Zorg dat de kap waterpas hangt, om vetophoping in de kap te voorkomen.
A Recirculatie model
B Afvoer model
Let op! Installer koolfilter (A1) alleen bij gebruik van
recirculatie.
A Installatie voor recirculatie model
Houdt dezelfde procedure aan als beschreven in
hoofdstuk B. Sla stap 2 echter over.
Sluit de koolfilters A2 aan voordat u de vetfilters plaatst.
B Installatie voor afvoer model
(B1)
Via een afvoer door het dak
(B2)
Afvoer via de buitenmuur
1. Hou de bevestigingshaken 1a tegen de muur,
markeer de gaten met een stift, boor de gaten, plaatst
de muurpluggen en schroef de gaten stevig aan de
muur en hang de kap op de haken.1b (1c)
2. Bevestig het koppelstuk 2a, door met de klok mee te
draaien, tussen de terugslagklep 2b en afvoer (Figs. B1
& B2)
3. Bevestig beugel 3a met schroeven 3b op de schacht;
plaats de bovenschacht in de binnenschacht (3c en 3d)
op de kap 3e en schroef deze vast 3f.
4. Schroef de bevestigingsbeugel 4a met pluggen en
schroeven aan de muur op de juiste hoogte. Schuif de
bovenschaacht uit naar de bevestigingsbeugel, en
schroef deze vast.
5. Sluit de kap aan op het stroomnetwerk en plaats de
vetfilters A2.
Afbeeldingen zijn alleen ter illustratie
fi 100417
All manuals and user guides at all-guides.com
Gebruikers- en installatiehandleiding afzuigkap
16. Installatie
Afzuigkappen met schacht
A1
B1
B2
1
1b
1a
2
2a
2b
3
3d
3a
3c
3b
3e
3f
9
NL
11.1
°
A2
1c
4a
4
4b