Zitmaaier reinigen
■
het leegmaken van de grasopvangbak kan
vanop de bestuurdersstoel worden uitge-
voerd.
■
Wanneer bij een ingeschakel maaiwerk de
grasopvangbak omhoog wordt geklapt of op-
gehangen, slaat de motor af.
■
Wanneer de grasopvangbak niet correct is
vastgeklikt, kan het maaiwerk niet worden in-
geschakeld.
De grasopvangbak met de bedieningshendel
leegmaken
1. Trek de bedieningshendel (22/1) uit de gras-
opvangbak (22/a).
2. Druk de hendel in de rijrichting om de gras-
opvangbak te openen (23/a).
3. Beweeg de grasopvangbak met de hendel
naar achter tot de bak vastklikt.
7.6.5
Maaitijd
Houd er rekening mee dat gras op verschillende
tijdstippen anders groeit. Wij adviseren om bij het
begin van de lente een kortere maaitijd te kiezen.
Vergroot het maai-interval wanneer het gras in de
loop van het jaar minder snel gaat groeien.
Kon het gras een poosje niet gemaaid worden,
kies dan eerst een hogere maaihoogte-instelling
en maai het twee dagen later nog eens met een
lagere maaihoogte-instelling.
7.6.6
Hoog gras maaien
Maai het gras, wanneer dit langer is dan gewoon-
lijk of te vochtig, met een hogere maaihoogte-in-
stelling. Maai het gras aansluitend nog eens met
de lagere, normale instelling.
7.6.7
Snijmessen onderhouden
Zorg tijdens het hele maaiseizoen voor een
scherp snijmes om te voorkomen dat de grashal-
men afscheuren en versnipperen. Afgescheurde
grashalmen krijgen bruine randen. Daardoor
groeit het gras minder snel en is het vatbaarder
voor ziektes.
■
Controleer de scherpte van de snijmessen na
elk gebruik en let op tekens van slijtage of
schade! Ga indien nodig naar de service-
werkplaats.
■
Gebruik bij vervanging enkel originele reser-
vemessen.
8 ZITMAAIER REINIGEN
Voor een optimale werking en een lange levens-
duur moet de zitmaaier regelmatig worden gerei-
nigd.
478078_d
Reinig de zitmaaier en de grasopvangbak na elk
gebruik en verwijder aankoekend vuil.
Gebruik geen hogedrukreiniger om te reinigen.
De waterstraal van een hogedrukreiniger of van
een tuinslang kan de elektronica of de lagers be-
schadigen.
Zorg ervoor dat vooral motor, transmissie en op-
rolmechanismen, alsook de volledige elektronica
niet in aanraking komen met water.
WAARSCHUWING!
Gevaar bij het reinigen!
Voor alle reinigingswerkzaamheden
geldt:
■
zet de motor af en trek de contacts-
leutel uit.
■
Trek de stekker(s) van de bou-
giedoppen uit.
■
Nadat deze gereinigd zijn, moeten
verwijderde beveiligingsvoorzienin-
gen opnieuw worden gemonteerd.
■
RISICO OP BRANDWONDEN: rei-
nig de gazontrekker pas wanneer
die is afgekoeld. Motor, transmissie
en uitlaatdemper zijn zeer heet!
■
RISICO OP SNIJWONDEN: let bij
werkzaamheden aan snijwerktuigen
op de scherpe messen. Bij maai-
werktuigen met meerdere messen
kan de beweging van het ene snij-
werktuig de beweging van het ande-
re veroorzaken!
8.1
De grasopvangbak reinigen
OPMERKING
Leeg de grasopvangbak zoals beschre-
ven voordat u begint met schoonmaken.
Een volle grasopvangbak is te zwaar om
veilig te kunnen verwijderen.
Grasopvangbak verwijderen
1. Zet de motor af (zie Hoofdstuk 7.4 "Motor
starten en uitzetten", pagina 61).
2. Verwijder de grasopvangbak (zie Hoofdstuk
6.5 "Grasopvangbak ophangen en afnemen
(15)", pagina 59).
Reinigen van de grasopvangbak
1. Spuit de grasopvangbak van binnen en van
buiten met een waterslang af.
2. Kras vaster aangekoekt vuil voorzichtig los,
bijv. met een borstel.
65