Systeeminstellingen - Wilo RainSystem AF Comfort Notice De Montage Et De Mise En Service

14 Systeeminstellingen

AANWIJZING: systeeminstellingen kunnen alleen
door de Wilo-klantenservice worden verricht. Het
systeem is bij levering ingesteld op een veilige
werking en kan niet door de gebruiker worden
gewijzigd.
14.1 Configuratie van de pomp weergeven
Om de installatie volgens de voorschriften te laten
functioneren moet de uitschakeldruk van de
pomp op het toegepaste pomptype afgestemd
zijn. De dienovereenkomstige configuratie van de
karakteristiek kan in het menu 2.50 worden beke-
ken.
• Schakel het schakeltoestel vrij met het wacht-
woord 02 voor het invoeren van parameters.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van de
pomp!De pomp kan beschadigd raken als voor
de pomp een verkeerde uitschakeldruk wordt
gekozen.
• Neem de technische gegevens van de toege-
paste pomp in acht.
• Vergelijk de uitschakeldruk van de pomp in het
menu 2.50 met de technische gegevens van de
toegepaste pomp. De weergegeven druk moet
overeenkomen met de vereiste uitschakeldruk.
Voorbeeld: F1 = 4 komt overeen met een uitscha-
keldruk van 3,9/4,1 bar voor de pomp MC304.
14.2 Werking van de niveausensor vastleggen
De niveausensor bewaakt de vulniveauhoogte van
het waterpeil in de opvangbak en moet dienover-
eenkomstig worden geconfigureerd. Als het peil
lager is dan het in menu 2.09 ingestelde niveau
wordt omgeschakeld naar de bedrijfsaard Drink-
waternavoeding. In de bedrijfsaard Drinkwaterna-
voeding wordt water uit de buffertank voor
drinkwater van de installatie afgetapt. Alle
niveaupunten die nodig zijn voor de niveaubestu-
ring, zijn reeds in de fabriek op standaardwaarden
ingesteld.
• Definieer in het menu 2.09 de niveauhoogte vanaf
waar drinkwater moet worden nagevoed als het
peil van het regenwater laag is.
• Definieer het bijvulniveau voor de navoeding van
drinkwater in het menu 2.10.
• Ga via het menu 2.99 terug naar het hoofdmenu.
14.3 Aanvullende veiligheidsfuncties configureren
Het schakeltoestel beschikt over diverse veilig-
heidsfuncties die ervoor zorgen dat de installatie
volgens de voorschriften werkt.
AANWIJZING: de beveiligingsinrichtingen zijn
reeds in de fabriek ingesteld voor een veilige wer-
king en hoeven alleen aangepast te worden als dat
nodig is.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften RainSystem AF Comfort
14.3.1 Bescherming tegen verkalking magneetklep
Wegens de betrekkelijk lage watertemperaturen
kan verkalking van de magneetklep vrijwel uitge-
sloten worden. Desondanks wordt de klep voor
het veilige bedrijf in bepaalde intervallen gedu-
rende drie seconden constant geactiveerd/
geopend.
• Het interval voor de bescherming tegen verkalking
kan, indien nodig, in het menu 2.16 worden gewij-
zigd.
14.3.2 Fouttolerantiefactor software
Onder ongunstige omstandigheden (bijv. grotere
hoeveelheid lucht in het systeem) kan de vloei-
stofkolom bij de pomp in regenwaterbedrijf
ineenstorten. Met behulp van een intern algoritme
(de fouttolerantiefactor software => "FTS") wordt
geprobeerd om de pomp te vullen door de mag-
neetklep aan de navoedingscontainer max. 5 keer
te openen resp. sluiten. Deze procedure kan
slechts een keer per uur worden uitgevoerd.
• Stel de looptijdtolerantie voor het openen van de
magneetklep in het menu 2.31 in.
• Stel de looptijdtolerantie voor het sluiten van de
magneetklep in het menu 2.32 in.
14.3.3 Uitschakellogica (functie F1)
De uitschakellogica heeft invloed op de uitscha-
kelprocedure van de pomp. De eindwaarde (p uit)
is aangepast aan de karakteristieken van de pom-
pen (bijv. MC 304 met 3,9 bar in regenwater- en
4,1 bar in drinkwaterbedrijf). De uitschakeldruk
(menu 2.13) wordt in bepaalde tijdsintervallen
stapsgewijs verlaagd. Het interne algoritme tast
hierbij het bedrijfsbereik af tot vlakbij de inscha-
keldruk (menu 2.12) en bepaalt zo of de toevoer
van water vereist is (bedrijf van de pomp).
• Stel het tijdsinterval voor het verlagen van de uit-
schakeldruk in het menu 2.51 in.
• Stel de grootte van de stap voor het verlagen van
de uitschakeldruk in het menu 2.52 in.
AANWIJZING: de variabele uitschakeldruk kan in
het menu 2.53 worden weergegeven na invoer van
het wachtwoord 02. De geselecteerde uitschakel-
logica kan in het menu 2.50 worden weergegeven
na invoer van het wachtwoord 02.
14.3.4 Spoelen van de navoedingscontainer voor
drinkwater
Om te voorkomen dat het water langere tijd stil-
staat in de navoedingscontainer schakelt de instal-
latie na afloop van een bepaalde periode automa-
tisch om naar drinkwaternavoeding, ook als er nog
voldoende regenwater in de opvangbak zit.
Het in de navoedingscontainer voor drinkwater
opgeslagen water wordt zo regelmatig ververst en
de opvangbak wordt gespoeld.
• Stel de periode waarna de installatie in de bedrijfs-
aard Drinkwater moet werken in het menu 2.19 in.
• Stel de periode gedurende welke de installatie in
de bedrijfsaard Drinkwater moet werken in het
menu 2.20 in.
Nederlands
69